Cafe de Voorstad, waar alles kan en mag, behalve vechten (uit de oude doos)

Dit artikel stond eerder al in het oktobernummer van 2013

De afgelopen jaren is er nauwelijks iets aan het interieur veranderd, of het zou de gokautomaat moeten zijn. Verder is het vooral erg bruin, met veel hout en koper, er staat een biljart, er hangt een dartbord en de foto’s aan de wand zijn enigszins vergeeld. Daarop zien we de huidige eigenaar, Henk Swinkels, als een jochie van zestien bij de Sjokobar. Van iets later datum is de foto van Henk voor het Havencafé. Daar leerde hij de kneepjes van het vak, daar beleefde hij ook zijn mooiste tijd.
Henk Swinkels is 55 jaar. Geboren in het woonwagencentrum – in de volksmond het Kamp – wat toen nog aan de St. Teunismolenweg lag. Daar woont Henk al lang niet meer. Hij woont nu in het relatief nieuwe buurtje wat ontstaan is op het voormalige terrein van houthandel Key, Victor. Ook waar nu het woonwagencentrum te vinden is, de Teersdijk, komt Henk niet meer nu zijn moeder vorig jaar overleden is. ‘Ze woonde daar nog met mijn broer. Die mocht er van de gemeente niet eens meer blijven na de dood van mijn moeder. Uitsterfbeleid heet dat. Ooit stonden er negentig wagens. Nu nog geen vijftig meer. En wat er nu staat lijkt wel een vakantiepark met die prefab bungalows. De romantiek is weg. Aan banden gelegd. Heel jammer.’

Terwijl Henk vertelt, druppelen de eerste klanten van die dag binnen. Eén van hen wordt door Henk lachend begroet als de Benidorm Bastard van de Voorstad. Die kan er ook mee lachen, en Henk dist weer een verhaal uit de roemruchte tijd van het Havencafé op. ‘Het was een berucht café, maar bovenal ook heel gezellig. Je kwam er binnen als in een grote huiskamer, net als hier nu. Het werd gerund door Jack Janssen, de broer van Jo. Dat was een goede vriend van me en ik hielp vaak mee. Daardoor kwamen er ook veel mensen van het Kamp. Ik kende die allemaal, en wist daardoor vaak ruzies te voorkomen.’ Een aantal keren haalt het café toch de landelijke pers. Zoals in juni 1984. Nijmegen organiseerde de landelijke potten- en flikkerdag en er was veel M.E. in de stad om de demonstratie met ruim 10.000 deelnemers in goede banen te leiden. De dag verliep rustig, ook voor de Mobiele Eenheid, die ’s avonds echter – misschien wel een beetje uit verveling – iets te lang hun zwaailicht bij het Havencafé naar binnen lieten schijnen. Niet elk peloton kende de reputatie van het Havencafé. Henk: ‘Het was duidelijk dat ze wilden provoceren. Zo werd dat hier binnen ook opgevat. Binnen no time sneuvelde dat zwaailicht en daarop stormde de M.E., vijftien man sterk, het café binnen om vervolgens weer net zo snel naar buiten getimmerd te worden haha. We werden diezelfde nacht wel van ons bed gelicht en gearresteerd, want we waren al wel bekend bij de politie.’ M.E. delft onderspit bij caféruzie, kopte een landelijk dagblad een dag later.

Ook het verhaal van de twee Franse topcriminelen, die meteen hun pistool trokken en begonnen te schieten, nadat ze mot kregen met een paar vaste klanten, haalt de landelijke pers. De broer van Henk kreeg daarbij een kogel door zijn hand. Ook een uit de hand gelopen ruzie om een kaartschuld, wordt beslecht met een schot pal vóór de deur van het café. Henk: ‘Dat was heel triest, omdat het ook vrienden van me waren, maar al die mindere gebeurtenissen wegen niet op tegen de gezellige avonden die er waren.’ Toen het Havencafé opgedoekt werd, kwam er een sixties-café in het pand, en weer wat later een theatercafé, wat er nu nog zit. Henk vertrok naar café de Voorstad op 1 november 1990, wat hij overnam van Fanny en Theo Dams.

Henk: ‘Het is een oud tramhuisje eigenlijk. De mensen konden hier kaartjes kopen. Het was de lijn van Hees naar het centrum. Veel mensen dachten meteen dat het allemaal kampbewoners zouden zijn, die hier komen. Als er dan ook nog eens keer een paar dikke auto’s voor de deur staan, wordt dat weer bevestigd, maar dat is gewoon niet zo. Het is een écht buurtcafé en alles kan en mag hier, behalve vechten, dat moet je thuis maar doen.’

Het gaat slecht met het traditionele café in de wijk. Veel hebben er al moeten sluiten en ook Henk ziet de toekomst somber in. ‘Kijk maar in het Waterkwartier, Loonies hier in de Voorstadslaan is dicht, het Bieske uit de Biezenstraat; ik kan van het café alléén ook niet rondkomen. De laatste jaren wordt steeds de kleine man gepakt. Dat zijn juist mijn klanten. Die kunnen het stilaan niet meer betalen om buiten de deur nog een biertje te drinken. Ik kan met mijn prijs ook niet verder omlaag. De mensen betalen hier al veel minder dan in het centrum. Ik zit hier wel eens helemaal in mijn uppie. Komt er niemand binnen. Dan kruipen de uren voorbij hoor. Van studenten moet ik het ook niet hebben. Die komen niet in buurtcafés. Die drinken thuis in en gaan dan linea recta naar de stad.’

Omdat de schoorsteen toch moet roken, heeft Henk, die het pand huurt van Ton Hendriks, van de bovenverdieping een kamerverhuurbedrijf gemaakt. Daarbij laat Henk ook zijn sociale hart spreken. ‘Kijk, ik heb vroeger van alles meegemaakt. Geen makkelijk leven gehad en ook wel eens honger geleden. Het zijn de mensen met een speciale achtergrond, die hierboven een kamer huren, afkomstig van de Hulzen bijvoorbeeld. Ik verhuur aan vier mensen op dit moment. Ik heb nog plek voor een of twee. Die kunnen zich hier melden.’

Koken doet Henk elke dag. In het café staat de deur naar de keuken dan ook bijna altijd open. En wie mee wil eten, is welkom. Of het nu zijn dochters zijn, zijn vriendin, een toevallige cafégast of de huurders van boven, aangeschoven kan er altijd. ‘Ik ben zeven dagen in de week open. Een privéleven heb ik niet. Dat speelt zich voor een groot deel ook hier af. Het duurt nog minstens tien jaar tot mijn pensioen. Tenminste ik hoop dat ik dat volhou, want ik doe het werk graag. Ik zal het ook zeker missen, wanneer het ophoudt. Ik voel me nog jong, en och, veel slechter dan nu, kan het ook niet gaan. En als het onverhoopt toch fout gaat, dan kan ik altijd mijn oude beroep weer oppakken. Uit stelen gaan. Jaja, dat mag je gerust zo opschrijven!’

Tekst: Michiel van de Loo
Foto’s: Ger Neijenhuyzen

3 antwoorden op “Cafe de Voorstad, waar alles kan en mag, behalve vechten (uit de oude doos)”

  1. Gewoon eerlijk en een groot sociaal hart voor mensen die het niet zo goed getroffen hebben!
    Binnenkort eens een biertje bij je drinken…

  2. Erg interesant om wat een beetje over je history te lezen. Toen ik in Holland was eind verleden jaar nam mijn lieve neef (Johnny en partner Bianca) miknaagt jouw café, vond het erg gezellig lekkere muziek en ja koken kan je wel. Denk nog vaak aan jullie en je dochters zijn lekkere mooie meiden mag je best wel trots op zijn. Henk ik wens je het alle beste en je weet nooit zit ik op de kruk in jouw gezellig cafeetje. Groetjes aan.jou en the girls. Heb goeie herinneringen. Groetjes , Karin

Laat een antwoord achter aan Ingrid Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.