Een kijkje in de keuken

Veel wijkbewoners kennen haar als de kok van de wijkfabriek: Marcia Held. Alweer twee jaar zorgt ze samen met een groepje vrijwilligers elke week voor soep en een maaltijd. Hoogste tijd voor een nadere kennismaking! Een beetje pottenkijken hoort daar natuurlijk ook bij.

Jong geleerd

Als je wat meer over haar leven hoort, wordt het al snel duidelijk: Marcia is helemaal op haar plek in de keuken van de wijkfabriek. Op de Nederlandse Antillen groeide ze op en ze leerde al jong koken. Marcia: ’Mijn moeder had een soort catering thuis en dan moet je als meisje helpen. Koken interesseerde me toen nog niet, maar m’n moeder zei: ‘Kom, sta hier en leer. Er komt een dag in je leven dat je het nodig hebt.’  Ze heeft later gelijk gekregen!’ Op de Antillen werkte Marcia als eerste vrouwelijke douanier. Ze vertrok omdat haar carrièremogelijkheden daar slecht waren. Marcia: ‘Ik sprak goed Nederlands, had de Douane-academie gedaan en ben met twee strepen op m’n mouw naar Nederland gegaan. Ik moest allerlei testen opnieuw doen en haalde ze allemaal. Toch wilden ze dat ik de opleiding hier opnieuw ging doen. Stop het waar de zon niet komt! Ik ben een heel andere kant op gegaan: maatschappelijk werk studeren.’ Die koerswijziging is een goede zet gebleken. Marcia kon als maatschappelijk werker in Nijmegen aan de slag en werkte als groepsopvoeder bij Kinderdorp Neerbosch, in de crisisopvang, bij het Leger des Heils en als medeoprichtster van een vrouwenopvanghuis.

Ze begon ook een eigen bedrijf gericht op integratie. Als donkere vrouw in Nederland had ze aan den lijve ondervonden hoe belangrijk dat is. Marcia: ‘Deze huidskleur is geen visitekaartje. Als ze in de winkel vergeten zijn om die magneetstrip eruit te halen en het alarm gaat af, dan moet je ze zien springen! Ik zeg altijd tegen zo’n beveiliger: ‘Ik vind het heel erg, ik heb m’n kleur blijkbaar niet mee.’ Dat maakt het extra belangrijk om de taal goed te leren en je in te leven in hoe de maatschappij hier draait. Mijn zoon was zeven jaar oud en zat op een witte school. Hij vroeg me: ‘Mama, wat is een buitenlander?’ Ik zei zonder na te denken ‘Iemand die hier niet geboren is’. Hij schrok: ‘Dan moet jij eruit! Jij bent een vieze buitenlander, jij moet eruit!’ Daar begint het al mee. Hij had voetbaltalent en iedere keer als hij scoorde gingen ze het ‘bananenlied’ zingen. Hij kwam huilend thuis. Ik ging begrijpen dat ik hem harder moest maken voor dat soort dingen. Door erover te praten. ‘Is jouw huidskleur een probleem waarom je huilt? Mensen zitten in de zon om dat te krijgen.’ Als buitenlandse moeders moeten we onze kinderen veel beter helpen om weerbaar te worden.’

Iets nuttigs

In 2014 werd Marcia getroffen door een hersenbloeding. Na een zware operatie lag ze twee jaar in de Sint Maartenskliniek. Marcia: ‘Ik was helemaal verlamd. Het plantje op de vensterbank was actiever dan ik. Ik zat in een rolstoel en moest alles opnieuw leren: praten, eten, lopen. Toen ik tot ieders verbazing toch weer opstond, dacht ik: ik kan twee dingen doen. De hele dag naar buiten gaan zitten kijken óf ik kan mezelf nuttig maken. En nuttig is dít hier bij de Wijkfabriek geworden. Toevallig eigenlijk. Een schoonzusje van mij gaf les hier op de Hobby.  Ze werd ziek en kreeg kanker. Toen ze overleed bood Conrad Savy (die haar baas was) aan dat we na de crematie samen met de familie bij De Wijkfabriek terecht konden. Zij was Indisch-Surinaams en Indische mensen moeten altijd eten. Of het nou bij dood of bij ziekte is: ze moeten eten. Dus heb ik soep gemaakt. Toen ze daarna verlegen zaten om iemand om te koken, ben ik dat gaan doen. Zo ben ik erin gerold. En nu zorg ik samen met een boel andere mensen uit de wijk voor gratis soep op woensdag en een maaltijd op donderdag.

Tiran van de keuken? 

Wie Marcia beter wil leren kennen moet haar aan het werk zien in haar eigen domein: de keuken. Altijd samen met anderen, duidelijk aan de leiding. De ‘tiran van de keuken’ noemt ze zichzelf spottend. Haar helpers kijken daar anders naar. Vrijwilligster Linda: ‘Je bent gewoon een schatje! Altijd begrip en een luisterend oor. Je hebt altijd wel een oplossing, of een plan B.’ Dat soort creativiteit is wel nodig, blijkt ook weer vandaag. De Voedselhub levert elke week een krat vol met ingezamelde overgebleven groenten en fruit. Dat wordt de basis voor de maaltijden. Deze woensdag zijn het vooral spruiten en knollen met wat pissebedden erin. Maak daar maar eens soep van! Om te beginnen niet gaan zeuren over die beestjes in de knollen. Marcia: ‘Dat is de charme! Dat is niet ‘getsie’, dat is natuur. Het komt rechtstreeks uit de grond, niet uit de Albert Hein.’ Coördinator Rob komt ook even meehelpen om al die spruitjes schoon te maken. Onderste randje eraf, een kruisje erin en dan gewoon samen doorgaan tot alle zakken spruiten onder handen genomen zijn. Daarna de weerbarstige knollen te lijf met een kaasschaaf of een dunschiller.

Ondertussen heeft Marcia ook bedacht hoe ze de soep gaat maken en hoe hij gaat heten: Pandora’s spruitjessoep. Het wordt een flinke pan groentesoep: uien, wat paprika, knollen, heel veel kruiden en natuurlijk al die spruitjes. Die gaan er pas op het allerlaatst bij, om ze knapperig te houden. Marcia staat als een ware chef-kok boven haar enorme pan soep te roeren. Anderen maken ondertussen werk van een lekker stukje stokbrood erbij. Snijden en besmeren met boter, kruidenboter en ook maar meteen met een restje satésaus dat nog op moet. Bij het besmeren grijpt Marcia nog even in: het moet anders. Echt over het héle stukje stokbrood. Ze wil de bezoekers geen lege randjes voorzetten. Dat wordt nog snel even verbeterd, voordat het brood de oven in gaat.

Tegen die tijd komen ook de eerste bezoekers binnendruppelen en wordt het tijd om de tafels te gaan dekken. Het loopt allemaal van een leien dakje. Iedereen weet wat er ongeveer moet gebeuren en doet wat voor handen komt. Behalve lekkere soep is er tijd en aandacht voor iedereen. Elke week weer zijn er voldoende vrijwilligers om samen te zorgen dat het allemaal goed komt met het eten en met de gezelligheid.

Meer en minder

Marcia kookt altijd vegetarisch. Vlees is duur en ze kan het allemaal zó lekker maken, dat mensen het vlees niet eens missen. Zelfs kip roti lukt zonder kip. Chili sin carne wordt net zo lekker als chili con carne. De Wijkfabriek betaalt alles zelf en het moet betaalbaar blijven om het voor bezoekers gratis te kunnen houden. De inbreng van de Voedselhub helpt daarbij. De boodschappen die dan verder nodig zijn, worden betaald uit de verhuur van De Wijkfabriek en uit wat er nog uit de pot voor vrijwillige bijdragen komt. Daarmee lukt het om te zorgen dat echt iedereen kan komen mee-eten, ook wie geen geld kan missen. Dat het gratis is, heeft ook een keerzijde. Marcia: ‘Mensen hebben soms wel het idee dat het voor minderbedeelden is. Ze drukken er een stempel op. Of je nou minder of meer bedeeld bent: je bent welkom. We zijn begonnen met vijftien man, nu zitten we op donderdag rond de 40. We hebben hier geen plakkertjes, je mag jezelf zijn met al je bagage. Als je wilt, zet je die bij de deur neer. Maar je mag je bagage ook meenemen, wij leren er wel mee omgaan. Iedereen komt, echt iedereen. Vaak vaste klanten, soms alleen, soms in groepjes. Ook eenzame mensen hebben hier een plek. Elke donderdag zitten er vier bejaarde dames samen aan dezelfde tafel. Ze komen echt niet alleen voor het eten. Ze komen voor de gezelligheid en het gezelschap. En weet je wat het is hier? Je hebt écht een dankbaar publiek. Als ze weer naar huis gaan zeggen ze allemaal ‘Dank je, het was lekker.’ Dat vind ik zó fijn, dat geeft echt voldoening!’ Nog een laatste woord voor Marcia: ‘Mensen zeggen hier: Nederland is zo tolerant. Helemaal niet! Ik heb op de Antillen op een Nederlandse nonnenschool gezeten, daar zeiden ze: ‘Marcia, ik tolereer het vandaag, maar morgen ben je de mijne.’ En dan kom je hier en dan hebben ze het over tolerantie. Moet ik dat nou positief of negatief nemen? Tolereren is niks, het gaat om áccepteren! Mensen accepteren zoals ze zijn, daar strijd ik voor. We doen dat hier ook echt, dát is belangrijk voor in De Wester.‘ Hierbij, voor wie dat zelf wel eens wil ervaren: ga gerust eens langs om te proeven van het eten èn de sfeer. Van harte aangeraden!

Tekst: Anne Oude Egberink      
Foto’s: Hans de Groot

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.