Joop Peters, ex-beheerder Villanova: ‘Het ging er niet relaxt aan toe’

Op 1 september 1973 was de laatste dienst in de parochiekerk van de Heilige Thomas van Villanova aan de Graafseweg. Twee jaar daarna ging de sloperskogel door de kerk. Alleen de pastorie bleef staan. Op de plek waar eerst de kerk stond verrees een nieuw wijkcentrum dat de naam van de parochie meekreeg: Villanova. In 1980 werd het geopend. De Wester sprak met één van de beheerders uit de beginjaren van het wijkcentrum: Joop Peters.

Kraken

Joop is geboren in 1950 in Brakkenstein. Toen hij trouwde met Edith was er geen woonruimte te vinden. ‘Mijn zus woonde aan de Koninginnelaan en het huis naast haar stond leeg,’ begint Joop. ‘Volgens makelaar Verhees hadden we geen schijn van kans het te krijgen. “Vogeltjes bouwen eerst een nest, en gaan dan pas trouwen”, zei hij letterlijk. Nu was net in die tijd, begin jaren 70 het kraken in opkomst. Ik dacht: dat kan ik ook. Via een raam naar binnen geklommen en het huis was van ons. We kregen juridische hulp van een man uit Bottendaal die krakers hielp, en we zijn nooit meer verhuisd. Ik heb uiteindelijk het huis gekocht en het pand erboven en van twee één gemaakt. Ik werkte aanvankelijk in de bouw. Dat verdiende erg goed, het was de koppelbazentijd, die namen het met de afdracht van sociale premies niet zo nauw.’

In 1979 brak de oliecrisis uit en dat was de voorbode voor een wereldwijde economische recessie in de jaren 80. De werkloosheid, vooral onder jongeren, liep op tot recordhoogte. Bezuinigingen moesten het land er weer bovenop helpen, maar de armoedeval, vooral in volkswijken als de Wolfskuil, was zichtbaar groot. ‘De bouw lag plat,’ vertelt Joop, ‘maar er moest wel geld verdiend worden, ik had een eigen huis. Ik had geluk dat ik via de gemeente een gesubsidieerde baan kon krijgen als beheerder van speeltuin ’t Veldje. Van daaruit kon ik in 1985 naar wijkcentrum Villanova overstappen.’

Het groene gebouwtje

‘Ik denk dat Adje van den Boogaard de eerste beheerder was,’ gaat Joop verder. ‘Toen ik begon was ik eerst assistent beheerder, maar van assistent was al snel geen sprake meer. Het was de tijd dat Paul Roos erg actief was en Kobus Hendriks de baas in ’t groene gebouwtje.’

Ooit stond er op wat nu de dierenweide is, een kleine groene bouwval die het groene gebouwtje werd genoemd. Dat was sinds de jaren 60 het eerste wijkgebouw in de Kuul. Toen dat tegen de grond ging en de activiteiten verplaatst werden naar de oude pastorie, verhuisde de naam mee. Dat gebouwtje is nu dus de oude pastorie: een flink pand, pal naast het wijkcentrum. Tegenwoordig vinden er activiteiten voor de jeugd plaats. Kobus zwaaide de scepter in de pastorie op zijn eigen onnavolgbare wijze. Er golden andere wetten en regels dan in het wijkcentrum. De wetten en regels van Kobus. Dat maakte het voor de beheerders van Villanova niet altijd even makkelijk om mee te werken. Joop: ‘Kobus zat in een heel andere positie dan de beheerders. Wij waren in dienst van de gemeente. Kobus was een gebruiker van het pand. Het was niet altijd makkelijk als je tegenover Kobus kwam te staan, maar soms moest dat. Wij waren tenslotte verantwoording schuldig aan de gemeente. Maar Kobus heeft veel goede dingen voor de wijk gedaan, hoor. Hij stak altijd zijn nek uit en er viel niet mee te spotten.’

Activiteiten

Een zeepkistenrace voor de deur van Villanova

Aanvankelijk draaide Joop als beheerder 20 uur in Villanova en 20 uur in wijkcentrum Titus Brandsma. Later werd dat full time in Villanova. ‘Het was er altijd erg druk,’ vertelt Joop. ‘Vooral omdat het een wijkgebouw voor de wijkbewoners was, die daar veel gebruik van maakten. Er waren veel verschillende activiteiten, waarbij gezelligheid voorop stond. Diverse kaartclubjes, biljartvereniging, dansen voor huisvrouwen, filmmiddagen, de AOW-groep, heel vaak bingo, ga zo maar door; voor heel veel wijkbewoners was Villanova hun tweede huiskamer. De mensen die geen werk hadden, hingen liever hier rond dan zich thuis te vervelen. We gingen ’s ochtends om 08.30 uur open en dan liep het al snel vol. Om middernacht moesten we dicht. Dat lukte niet altijd. In het groene gebouwtje was Kobus de baas en daar ging het wel eens door tot 03.00 uur.’

Jongeren

‘Er werd veel gedronken. Dat begon voor sommige wijkbewoners ’s morgens al, dat was geen uitzondering. Dat drankgebruik bracht ook agressie met zich mee. Er werd bijvoorbeeld om grof geld gekaart en niet iedereen kon even goed met zijn verlies omgaan. Mensen zijn met drank sneller op hun teentjes getrapt. Het ging er niet relaxt aan toe en voor de beheerders was het constant opletten, want elke dag moest je wel een keer bij een opstootje tussenbeide komen. Letterlijk en figuurlijk een brandje blussen, want dat gebeurde ook. Stak een groep jongeren voor de lol een stapel kranten in brand in het pand. Terwijl je met het uitdoven bezig was, begonnen ze tegelijkertijd op de gang te vechten. Dat soort dingen. Dat gebeurde niet elke dag, maar een uitzondering was het ook niet. Toch hadden we een belangrijk functie in de wijk, want de mensen kwamen er graag.’

Respect

Op een dag had Buro Wijkaccommodaties, de BWA, het goed gevonden dat een groep jongeren voor een paar dagen zelf de verantwoordelijk had voor het beheer in één van de ruimtes van de pastorie, het groene gebouwtje. ‘Dat vertrouwen moet je ze een keer geven,’ gaat Joop verder. ‘De eerste dag ging het prima, ze ruimden zelfs hun eigen rotzooi op. Maar op dag twee ging ik eens poolshoogte nemen en zag meteen dat het niet goed was. Een paar lui liepen met de muziekinstallatie naar buiten en binnen leek het of er een bom was ontploft. Ze hadden de hele kamer verbouwd en de ruiten lagen aan diggelen. Ik was daar nog niet van bekomen of ze waren buiten alweer aan het vechten. Bij een stevige knokpartij werden de vechtersbazen door BWA, Buro Wijkaccommodaties, op het matje geroepen. Die steunden ons altijd wel. Ik heb overigens in al die jaren nooit een probleem gehad wat ik niet met praten op kon lossen. Zoveel respect kon ik wel afdwingen. Ik kon goed met de jongens uit de wijk opschieten, ook met de lastpakken. Het gebeurde regelmatig dat ze met hun persoonlijke sores bij me om raad kwamen vragen.’

Gekraakt parochiehuis Villanova

Bezetting

‘Elke maandag werd de voorraad opgenomen. Dat werd allemaal keurig bijgehouden, eerst op papier en later op de computer. Via de gemeente werd de drank centraal ingekocht. Dan vond ook de afrekening plaats, en ik moet zeggen, dat klopte altijd heel aardig, ondanks dat er veel gedronken werd. Er konden op een avond makkelijk tientallen kratten doorheen gaan. Er was wel regelmatig gedoe over geld, maar dat was wanneer de gemeente weer een nieuwe, voor de wijk, ongunstige regeling had bedacht en wilde doorvoeren.’

Villanova had een beheerscommissie die bestond uit zo’n twaalf mensen, die allemaal een groep vertegenwoordigden die actief was in het wijkcentrum, zoals de biljartclub, de AOW-groep, de bingo enzovoort. Joop: ‘Daar zat bijvoorbeeld Wim van Megen in. Midden jaren 90 wilde de gemeente de 30%-regeling afschaffen. Die hield in dat de wijk 30% van de omzet mocht houden, zeg maar een deel van de winst, om met dat geld leuke dingen te organiseren. De gebruikers waren woedend over die afschaffing en men besloot tot bezetting van het wijkgebouw over te gaan. Joop: ‘Ik was het op zich met de wijkbewoners eens, maar ik mocht natuurlijk niet met ze meewerken. De gemeente zou me dat niet in dank afnemen. Dus toen ze hier ’s ochtends voor de deur stonden, mocht ik ze niet binnenlaten. Dat schrok ze niet af en ze trapten de deur in. Vier weken lang heeft de bezetting geduurd. Mensen waren hier dag en nacht. Adje en ik, de beheerders, weigerden om hun rotzooi op te ruimen, dat moesten ze zelf maar doen. Het laat zich raden wat voor troep het na een maand hier was. Het heeft niks opgeleverd, want de gemeente wist gewoon hun zin door te drijven.’

Spanningsveld

In 1995 vierde Villanova het 15-jarig bestaan met een groot feest. ‘We wilden wat leuks doen,’ vertelt Joop, ‘en we hadden veel mensen aangeschreven die ooit wat betekend hadden of nog wat deden om zich te presenteren. De Dierenweide kwam met een stel geiten die de tent bevuilden, de naaigroep deed een modeshow, de Turkse groep presenteerde zich met lekkere hapjes, allemaal voerden ze iets op en wij, Adje en ik, traden op als Dorus en zongen Twee Motten. Het was een leuk feest; de gemeente had extra geld voor het organiseren bijgelegd.’

Op een gegeven moment vond de gemeente dat ze het drankmisbruik moest aanpakken. Hierbij aangemoedigd door de horecabond die de wijkcentra, maar ook voetbalkantines als oneerlijke concurrentie zag. ‘Het was niet alleen in Villanova dat ze ’s morgens al aan het bier zaten,’ vertelt Joop. ‘Dat was in Titus Brandsma net zo en in de Driesprong ging het er nog harder aan toe. Daar had niemand grip op. Daar durfde de wijkagent amper naar binnen. Die keer dat hij dat wel deed, hadden ze in zijn helm geplast, die hij in de garderobe had achter gelaten. Maar de alcohol moest in de ban en zo kwam er een gemeentelijke verordening dat er overdag geen alcohol meer geschonken mocht worden. Dat had meteen tot gevolg dat er veel minder wijkbewoners naar de wijkcentra kwamen. Dat had je kunnen voorspellen maar was natuurlijk heel jammer. Het werk voor de beheerders werd er wel een stuk makkelijker op. Het is niet prettig om altijd in een spanningsveld te moeten werken.’

Honden

Alles werd anders. Sommige activiteiten stopten omdat de mensen wegbleven, andere activiteiten kwamen er voor in de plaats zoals zang- en schildergroepen, vaak uit andere wijken. De werkloosheid werd allengs minder en de gemeente wist te bereiken waar het ze vooral om te doen was. Een einde maken aan de anarchie in sommige wijkcentra, zodat ze weer keurig in de pas liepen. Joop: ‘De gemeente begon ook commerciëler te denken. Gratis koffie mocht niet meer en het zogenaamde 0-tarief werd ingevoerd, waardoor sommige gebruikers huur moesten gaan betalen. Ik ben gestopt als beheerder in 2013. Ik was toen 63 jaar. Ik kreeg van de gemeente een regeling aangeboden, zodat ik er financieel niet op achteruit zou gaan. Eerlijk gezegd had ik het wel zo’n beetje gehad, hoor. Mijn vrouw Edith werkt ook niet meer en nu is het tijd voor leuke dingen. We hebben twee kinderen, vier kleinkinderen die we graag zien en ik hou me bezig met hondentrainingen en vogeltjes.’

Tekst: Michiel van de Loo
Foto’s: Dave van Brenk

Eén reactie op “Joop Peters, ex-beheerder Villanova: ‘Het ging er niet relaxt aan toe’“

Laat een antwoord achter aan Marijke Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.