Welzijn. Of niet?

Als klein jochie zag ik mijn opa pruimen en spugen, sigaren en shagjes roken. Hij kon daar van genieten. In de grote woonkeuken naast het enorme fornuis stond een spuugpot. Een kwispedoor. Opa kon met een fenomenale precisie een straal pruimtabak in die kwispedoor fluimen. Smerige bedoening maar deze mensen kwamen uit een heel andere tijd waarin voor goede hygiëne niet veel plaats was. Op enig moment, toen wij een keer op bezoek waren, was de kwispedoor weg. Ik zag het en keek naar opa. Hij pruimde ’t niet meer. De zak pruimtabak lag ook niet meer op de keukentafel. De doos Willem II sigaren en het pakje Van Nelle shag met Rizla vloeitjes was ook weg. Opoe vertelde dat het niet zo goed ging en de dokter had hem verboden nog langer te pruimen en te roken. En deze mensen luisterden nog echt naar de dokter! Met flink wat moeite was opa afgekickt. Hij was er wel behoorlijk chagrijnig van geworden. En chagrijnig bleef hij tot aan zijn dood, korte tijd daarna. Je kunt je afvragen wat de meerwaarde is om slechte gewoontes, zoals we die kennen door voortschrijdend inzicht, te moeten verbieden dan wel te ontraden bij oude mensen in hun laatste levensfase. Ik zou zeggen, laat ze nog even genieten van hun borreltje, sigaartje of sigaretje. Het maakt immers niets meer uit. Welzijn moet hierin leidend zijn. In sommige tehuizen prediken de moralisten hun waarheid en worden genotsmiddelen geheel of gedeeltelijk verboden. Creëer nou gewoon de mogelijkheid en gun het die oude mensen, als ze dat willen, om hun genot te mogen en te kunnen voortzetten. Wel zo menselijk.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.