Biezenstraat (2)

Voor de tweede keer toog De Wester naar de Biezenstraat. Ruim zeven jaar geleden was de Biezenstraat al Straat van de Week, maar toen lag de nadruk op het laatste deel, het stuk van de Waterstraat tot de Rivierstraat. In dit nummer nemen we de rest van de straat onder de loep. In het laatste nummer van 2013 wist Rob Essers te melden dat al in 1755 sprake was van een Biese Straet, en dat het moerassige gebied daar begroeid was met biezen. Volgens de kadastrale kaart van Weurt liep in de 19e eeuw de Biezenstraat door tot de Jonkerstraat in Weurt. In 1924 werd de naam Biezenstraat voor het eerst formeel vastgesteld en hield toen op bij de Sluisweg. In 1949 werd de straat opnieuw ingekort en liep voortaan alleen nog van de Voorstadslaan tot aan de Rivierstraat.

Klooster, kleuterschool en de kerk in de Biezenstraat eind jaren 70

St. Theresiastraat
De oudste panden, de nummers 2 tot en met 10, stonden achter de boterfabriek Batava. Deze zijn in het kader van de krotopruiming midden jaren 70 gesloopt. In 1928 begon men met de bouw van de H. Theresiakerk op de hoek van de Biezenstraat met de Waterstraat. Op die open plek was een trapveldje en daar lag volgens de geschiedschrijving de bakermat van voetbalclub SCH. In het jaar dat men met de bouw van de kerk begon, overwoog men om de naam Biezenstraat te veranderen in St. Theresiastraat, maar dat voorstel werd door de gemeenteraad verworpen. In 1993 ging tot verdriet van velen de sloperskogel door de kerk. Ook werden het zusterhuis en de kleuter- en meisjesschool met de grond gelijk gemaakt om plaats te maken voor Fortuna, een complex van 104 flatwoningen.

Aan de even kant lagen ingeklemd tussen de Weurtseweg en de Biezenstraat de kantoren en loodsen van houthandel Key. Eind jaren 80 werden ze geteisterd door brand. Enkele jaren daarna werd het complex gesloopt om plaats te maken voor totaal 166 woningen gelegen aan straten vernoemd naar de Romeinse krijgsmannen Flavus, Verax en Victor.

Paard
Een andere brand in de straat haalde ook de landelijke kranten. Dan moeten we terug naar 1928 wanneer Struijf in de as wordt gelegd, een fabriek voor koffiemolens en snijmachines. Naast die fabriek had Turmac een opslagplaats voor tabak. Die voorraad ging door de waterschade verloren. In 1957 brandde een chocoladefabriek op nummer 75 af. Het clublokaal van tafeltennisvereniging Well Shot op de tweede verdieping bleef gespaard. We vonden in oude kranten ook een aantal dodelijke verkeersongelukken. In 1934 sloeg een paard op hol en wierp zijn berijder op de straatstenen. De onfortuinlijke man overleed op weg naar het ziekenhuis. In 1938 viel een 14-jarige jongen met zijn fiets voor de wielen van een vrachtauto. Zijn hoofd werd geplet en de arme drommel overleed ter plekke. In 1950 werd een 8-jarig kind geschept door een auto en overleefde het niet.

Matras
Op de hoek met de Maasstraat op nummer 112 – nu zit daar cafetaria Groenen – was in de oorlogsjaren de melkhandel van H. Oosterlaak gevestigd. Hij was een geduchte en notoire zwarthandelaar. Voor deze praktijken kreeg hij in 1944 een forse geldboete en hij mocht vijf jaar lang geen bedrijf uitoefenen. Een ander opmerkelijk bericht dat de landelijke kranten haalde in 1964 was het verhaal over een jongen die 17.000 gulden onder zijn matras had verstopt. Wat was er gebeurd? De eigenaar van een fabriekje aan de Biezenstraat had dit geld op zijn zolder verstopt. Een jongen aan wie hij de opdracht had gegeven de zolder op te ruimen had dit geld gevonden en meegenomen naar huis. De jongen die bang was van diefstal beschuldigd te worden, verstopte het geld onder zijn matras. Omdat het vooral briefjes van duizend waren, dacht hij dat het geld vals was. Toen de eigenaar na een paar maanden ontdekte dat zijn spaarcenten verdwenen waren, stuurde hij meteen de politie naar het adres van de jongen. Die kwam er met een vermaning van af. De fabrieksdirecteur werd geadviseerd zijn spaargeld voortaan naar de bank te brengen.

Het Bieske
Meer recentelijk vallen een aantal autobranden op, in 1998, 2005 en 2007. Cafetaria Groenen, in 2009 nog Restaria Lisette geheten, kreeg met enige regelmatig bezoek van ongenode gasten die het op de kassa hadden gemunt. Dat was in 2009, 2012 en 2016. Als deze getallenreeks zich voortzet, zijn ze dit jaar in 2021 opnieuw aan de beurt. Op nummer 162 zat café De Oude Stadswal totdat een gaslek ervoor zorgde dat de kroeg in 2012 nagenoeg geheel uitbrandde. Vroeger zat op die plek café Het Bieske. De eigenaar van dit café wilde heel graag het cafetaria op nummer 164 erbij trekken. Er volgde een jarenlange strijd tussen de eigenaren van de twee panden, die in die periode elkaars bloed wel konden drinken. Uiteindelijk werd de strijd in het voordeel van café Het Bieske beslecht en werden de twee elkaars beste vrienden, zo gaat het verhaal. Echter, zoals zo vaak: het bezit van de zaak is het einde van het vermaak. Café Het Bieske werd vlak daarna verkocht en heette voortaan De Oude Stadswal.

Tot slot nog een paar geweldsmisdrijven uit het afgelopen decennium: In maart 2014 was een 44-jarige Nijmegenaar slachtoffer van een steekpartij in de Biezenstraat. Een week later kon de politie de Arnhemse dader arresteren. Tijdens de Vierdaagsefeesten in 2014 werd op zaterdagavond om 23.00 uur een ouder echtpaar in hun woning aan de Biezenstraat overvallen. Het is zelden saai in de straat…

Gerard Eickmans

Gerard Eickmans
De Wester ging op bezoek bij Gerard Eickmans. Hij woont schuin tegenover cafetaria Groenen op de hoek met de Biezendwarsstraat. Zijn ouders leerden elkaar kennen tijdens de oorlog en in 1943 trouwden ze. ‘Mijn vader Jan nam in dat jaar de bakkerij over van zijn schoonvader Willem Weeren aan de Bloemerstraat 14,’ begint Gerard. ‘Een van de weinige panden in de Bloemerstraat die de oorlog overleefd hadden. In 1944 ben ik geboren en daar opgegroeid; voor de lagere school ging ik naar de St. Jozefschool aan de Stieltjesstraat, waar later het belastingkantoor kwam. In 1957 werden ons huis en de winkel en dat deel van de Bloemerstraat gesloopt en verhuisden we naar hier. Mijn vader nam de bakkerij van Hulzing over. Ikzelf ging ondertussen naar de mulo op de Schoolstraat. Daarna heb ik op de avondschool mijn bakkersdiploma’s gehaald en in 1963 mijn militaire dienstplicht vervuld. In 1965 begon ik met mijn vader hier een warme bakkerij. Tot die tijd betrok mijn vader het brood wat we verkochten van elders. In 1978 heb ik de bakkerij van mijn vader overgenomen.’

Croonen
‘In die tijd zat hiertegenover groenteboer Vink en daarnaast op de hoek het schoonmaakbedrijf van Hofkens. Op de andere hoek zat toen ook al een cafetaria, Tigo geheten. Het is door de jaren heen vaak van eigenaar gewisseld, al bleef de laatste jaren de naam Groenen gehandhaafd. Aan de andere kant van de hoek Biezendwarsstraat met de Biezenstraat lag de kloostertuin. Het schijnt erg mooi geweest te zijn, maar je mocht er niet komen, al zullen kinderen dat vast wel stiekem gedaan hebben. De sloop van de kerk heb ik altijd jammer gevonden. Hiernaast was ooit een doe-het-zelfwinkeltje en huishoudelijke artikelen van Van Berkel. Op de hoek met de Waterstraat waar nu een Chinees restaurant is, zat een andere bakkerij, van Zegers. Och, we zagen elkaar niet als concurrenten, meer als collega’s. Wanneer je bijvoorbeeld een keer gist te kort kwam, dan leende je dat bij elkaar. Er was een bakkersbond die elke maand bij elkaar kwam en dan sprak je met elkaar.’

De Biezenstraat is altijd een straat geweest met veel bedrijvigheid. ‘Aanvankelijk huurden wij dit pand van Croonen,’ vertelt Gerard. ‘Die hadden een paar deuren verder een motorrevisiebedrijf. Er zat daarnaast een transportonderneming van Natrop. Waar nu bierbrouwer Mannenpap zit, had je Blom zeefdruk; weer een pand verder terug Van Lith, die handelde in grondstoffen voor bakkerijen; er heeft een glas-in-lood bedrijf gezeten, iets met elektronica en beveiliging; daarnaast Moolenaar, een aannemer en keukenmonteur en waar vroeger ijzerhandel van Leeuwen zat, heeft nu Piet van Raaij een opslagplaats voor zijn autobanden. Dan zat er nog een schildersbedrijf, een eierhandel en een kolenboer. Aan de overkant had je naast houthandel Key de drankenhandel van Onstenk, daarnaast Michelotti, een groothandel in souvenirartikelen, een garage, en helemaal vooraan waar nu een massagesalon zit, was een fietsenwinkel.’

Bakkerij Eickmans in de jaren 80

Malden
In 1968 leerde Gerard zijn vrouw kennen bij dansschool Wanders. Boven de bakkerij kwam een woning vrij en om daar in te kunnen trekken, werd er één jaar later al snel getrouwd. Zijn vrouw, een dochter van bakker Huisman aan de Sint Jacobslaan, ging in de winkel werken en Gerard bakte het brood en bracht het rond. Dat ging heel Nijmegen door, van Hatert tot in Hengstdal. Elke dag vanaf tien uur, want vóór die tijd mocht je geen vers brood verkopen om nachtarbeid tegen te gaan. Dat brood bezorgen ging eerst met een bakfiets, later met hulpmotor. Door weer en wind, ook als er een pak sneeuw van een meter lag en je nauwelijks een brug over kon komen. Gerard had ook altijd een of twee winkelhulpen in dienst, zoals Marianne, zijn overbuurvrouw, en Nathalie. ’s Nachts bij het broodbakken heeft hij jarenlang hulp gehad van Henk van Alst. Zonder hem had Gerard het niet zo lang volgehouden, denkt hij wel eens. Met zijn onverwachte en plotseling dood op veel te jonge leeftijd heeft Gerard het lang moeilijk gehad.

‘In 1981 hebben we het pand gekocht van Croonen en er meteen veel aan verbouwd. We kregen een dochter en een zoon. Bij die jongen werd astma geconstateerd en een bakkerij was voor hem een veel te stoffige omgeving om te wonen. In de jaren tachtig zijn we naar Malden verhuisd en hebben daar tien jaar gewoond. Ik ging elke dag, soms zelfs twee keer, op en neer naar Malden. Werkweken van tachtig uur waren geen uitzondering. Ik stond elke nacht om één uur naast mijn bed. Ik heb daar nooit moeite mee gehad. Ik deed het graag.’

Weedplanten
Na dertig jaar kwam er een einde aan zijn huwelijk. Het was op. Klaar ermee. Een paar jaar daarna besloot Gerard zijn bakkersmuts aan de wilgen te hangen. De jaren gingen tellen en het bedrijf was niet rendabel voor een beginnende toekomstige bakker. ‘Op 3 februari 2001 ben ik gestopt. Iedereen was stom verbaasd toen ik het veertien dagen daarvoor aankondigde. Ik kon de inventaris goed verkopen en heb het daarna nog een beetje verbouwd. Voor werk reed ik nog tien jaar met een taxibusje met schoolkinderen naar de naschoolse opvang. Ik heb sindsdien nooit meer één brood gebakken. Ik koop het zelf nu bij bakkerij de Bie aan de Krayenhofflaan.’

‘Bij het cafetaria aan de overkant is het regelmatig raak wat overvallen betreft. Ik heb hier gelukkig nooit iets dergelijks meegemaakt. Ja, als er een groot groep kinderen de winkel in kwam, probeer dan maar eens overzicht te houden. Er zal vast eens een krentenbol of twee verdwenen zijn. Toen we in Malden gingen wonen hebben we het hier verhuurd en daarvoor een makelaarskantoor uit de Van Welderenstraat ingeschakeld om een gepaste huurder te vinden. Er kwam een man hier wonen, die vertelde dat zijn vrouw later dat jaar bij hem zou intrekken. Die vrouw hebben we nooit gezien. Op een mooie dag was er een andere man in de tuin aan het werk en ik ging naar hem toe om kennis te maken. Hij deed zich voor als de tuinman. Niet lang daarna stond er een raam open en omdat ik dacht dat er misschien ingebroken was, ging ik polshoogte nemen. Wat bleek? Er stonden honderden weedplanten. Toen leek het me verstandig de politie er maar bij te halen. Die hebben alles leeggehaald. Ik had nooit iets geroken, maar ze hadden dan ook een heel vernuftige afzuiginstallatie. Nu woont mijn dochter er met haar man en drie kinderen.’

Gerard wordt dit jaar 77 jaar. Met voldoening kijkt hij terug op zijn leven. In de zomer zit hij graag op de bank voor het huis. Aan een druk sociaal leven heeft hij nooit behoefte gehad. In zoverre heeft corona weinig invloed op zijn doen en laten gehad. Gerard: ‘Nee, verhuisplannen heb ik na Malden nooit meer gehad, zolang ik kan, blijf ik hier wonen.’

Jan en Marianne Hofkens
Aan de even kant op nummer 106 van de straat wonen Jan en Marianne Hofkes. Volgens Jan inmiddels één van de oudste huizen in Oud-West die nog overeind staan. ‘Dit hele blok vanaf nummer 104 tot en met nummer 110 is gebouwd in 1902. Op 104 zat Vink, de groenteboer, op 106 wonen wij, op 108 mijn zus en op 110 Albert, mijn broer, die er schoonmaakbedrijf WICO runde. De laatste drie huizen heeft mijn vader ooit gekocht,’ vertelt Jan die deze maand 79 wordt. ‘Ik ben geboren in de oorlog, ik kan me vaag herinneren dat we onder de trap moesten schuilen aan de Biezendwarsstraat. We woonden daar met vijf kinderen, eerst vooraan aan de even kant en daarna verhuisden we naar de overkant op nummer 19. Eén broertje kreeg een vreselijk ongeluk toen hij vier was. Hij kreeg een pot verf over zich heen die meteen vlam vatte en hij verbrandde onder de ogen van mijn moeder.’

Marianne is één jaar jonger en is geboren aan de St. Geertruidestraat, een zijstraatje van de Dominicanenstraat. Haar vader had een rijschool en reed daarom in één van de eerste auto’s door Nijmegen. ‘Hij is maar 46 jaar geworden,’ begint Marianne, ‘moeder bleef al snel alleen achter met zeven kinderen tussen de acht en achttien jaar. Nee, dat was geen vetpot. In 1959 zijn we naar de Biezendwarsstraat 12 verhuisd. Pal tegenover het huis van Jan.’

Jan en Marianne Hofkens

27.000 gulden
‘In 1960 hebben we elkaar leren kennen. Moeder organiseerde wel eens dansavondjes thuis. Dat vond ze leuk en gezellig en ze hield van jongelui om haar heen. Op een avond kwamen we een manspersoon te kort en toen hebben we de overbuurjongen erbij gehaald. Dat was Jan. Van het een kwam het ander en in 1966 zijn we getrouwd.’ ‘We zijn gaan wonen in de Ten Hoetdwarsstraat,’ gaat Jan verder. ‘Mijn vader had daar een huis gekocht en opgeknapt of liet dat doen. Daar zijn onze twee kinderen geboren. Vader was een ondernemend type. Hij was ook nog verzekeringsagent en had een winkeltje in huishoudelijke artikelen aan de Waterstraat en één aan de Ligusterstraat. In 1971 zijn we hier terecht gekomen. Pa had deze drie huizen voor in totaal 27.000 gulden gekocht. Er is zoveel aan opgeknapt, dat je het nauwelijks terug kent. De houten wc was buiten in een apart hok met een hartje in de deur.’

De huizen hebben een trap met vier treden tot de voordeur. De begane grond ligt daardoor een stuk boven het straatniveau en in de kelders van de huizen kun je makkelijk rechtop lopen. ‘Elke keer als we vroeger wat gespaard hadden, gingen we verbouwen, zoals de grote serre aan de achterkant en overal grote ramen,’ vertelt Marianne. ‘Boven hebben we drie grote kamers en een kamertje met een infrarode sauna waar vooral Jan gebruik van maakt.’

Ien Dales
Wat ze allebei nog het meest bijstaat is de brand bij houthandel Key, eind jaren tachtig. Jan: ‘We werden ’s nachts wakker gebeld, stonden er twee agenten voor de deur. We moesten meteen het huis uit en in de gaten houden dat er niks mee gebeurde. We hebben geen oog meer dichtgedaan en de hele nacht op straat gestaan. Ien Dales, toen de burgemeester, was ook de hele tijd aanwezig. Het was een felle brand. De deuren aan de overkant van de straat waren afgebladderd door de hitte. ‘Lang geleden was er ook een inbraakpoging,’ gaat Marianne verder. ‘Ik was wakker geworden van een apart geluid, ging boven aan de trap kijken naar de voordeur en zag daar het gordijn wapperen. Meteen Jan wakker gemaakt en we zagen boven uit het raam hoe twee figuren zich uit de voeten maakten. In de jaren negentig zat hier tegenover een bedrijf dat de distributie verzorgde voor allerlei pakjes, kranten en tijdschriften. Dat gebeurde vooral ’s nachts. Dan werd er aan de lopende band geladen en gelost. Daarbij lieten ze bij voorkeur de motor lopen met als gevolg een hoop herrie en stank. Uiteindelijk is er iets van gezegd en toen werd het minder en zijn ze tenslotte vertrokken.’

De Vierdaagse door de Biezenstraat in 2019

Vierdaagse
In zijn werkzame leven veranderde Jan vaak van baan. Als hij het ergens gezien had, vertrok hij weer. Hij begon in de techniek, maar na allerlei avondopleidingen rolde hij de administratie in en dat beviel hem het best. ‘Mijn laatste baas was Hans van Delft van Depa. Maar na mijn pensioen ben ik administratieve klussen blijven doen. Ik ben actief bij Sterker, voorheen Swon, en daar vul ik voor zo’n vijftig ouderen de belastingpapieren in.’ Ook Marianne is actief gebleven. ‘Ik wilde altijd zelf geld verdienen. In het gemeenschapshuis heb ik de crèche mee opgezet en toen er steeds minder jonge kinderen in de wijk geboren werden, ben ik bij de bakker aan de overkant gaan werken. Dat heb ik twintig jaar gedaan. Gerard vroeg me, ik zou zelf niet op het idee gekomen zijn, maar het beviel prima. Dan leer je de hele buurt wel kennen. Nu ben ik een paar middagen in de week in het hobbycentrum van de Daalsehof in Nijmegen-Oost. Ik knutsel graag en geef er ook naailessen.’

Eén dag in het jaar is het loeidruk in de straat. Dat is wanneer het vierdaagse legioen langs hun huis trekt. Marianne: ‘Er is veel visite hier die dag en we zijn daardoor altijd druk in de weer. Leuk hoor, maar ik heb het na zoveel jaar inmiddels wel een beetje gehad. Het is toch veel van hetzelfde. Los hiervan hebben we wel eens overwogen om te verhuizen. Vooral om kleiner te gaan wonen. We zijn toen gaan kijken bij de appartementen een stukje verderop. Maar al met al kwamen we een stuk duurder uit en eigenlijk wil vooral Jan hier niet weg. Dat is een echte Waterkwartierder, hij  ging hier al naar de kleuterschool.’

Tekst: Michiel van de Loo
Foto’s: Dave van Brenk

Copyright
Niets van deze website mag worden weergegeven, bewerkt, gekopieerd, overgebracht, gepubliceerd, verspreid, gewijzigd, gepost of geplaatst op andere websites of documenten zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Wester.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.