De augurkenfabriek in het Waterkwartier

Voor de Tweede Wereldoorlog waren er in de Nijmeegse binnenstad diverse kleine bedrijfjes gevestigd. Denk aan schrijnwerkers, touwslagers, schilders, de visafslag, lijstenmakers, schoenmakers en in de Zeigelbaan een bedrijfje waar zuren en augurken verwerkt werden. De familie Roghmans was daar begonnen in 1928. Inclusief een herbouw bleef het daar gevestigd tot 1944.

Weurtseweg
In 1944 werd de Nijmeegse binnenstad plat gebombardeerd. Ook de Zeigelbaan moest het ontgelden zodat de zuren en augurkenfabriek annex winkel totaal werd weggevaagd. Na de oorlog begon de firma opnieuw in het pand aan de Derde Walstraat hoek Gerard Noodstraat tot het bedrijf uitgebreid moest worden en het pand verkocht werd aan garagebedrijf Egbers. Later kwam daar Osnabrugge met huishoudelijke apparatuur in. Op de Weurtseweg werden toen verschillende bedrijfshallen gebouwd en in een ervan, naast de UTS-school, vestigde de augurkenfabriek zich. In 1954 kwamen de broers Roghmans bij hun vader in het bedrijf en vanaf 1972 vormden zij de directie.

Het pand aan de Weurtseweg

Stukwerk
Hans Roghmans (90) vertelt: ‘Als mijn broer en ik niet in de zaak zouden komen zou, mijn vader stoppen met het bedrijf’. De fabriek was een zogenaamde inleggerij: de aangeleverde augurken werden hier verwerkt tot conserven. De augurken kwamen van de veiling in Venlo en het glaswerk kwam van De Vereenigde Glasfabrieken uit Schiedam. De azijnen werden zelf gemaakt volgens een geheim recept. ’Vandaag de dag komen heel veel potten augurken uit India’,  vertelt Hans, ‘en dat ligt voor de hand omdat zij daar drie maal per jaar kunnen oogsten en de arbeidskrachten goedkoop zijn’. De hele productie was in het begin volledig handenarbeid. Veel vrouwen uit Oud-West en met name uit het Waterkwartier, hebben hier nog gewerkt. Er waren maar weinig fulltime banen; de meeste vrouwen verdienden er met een paar dagdelen per week een aardig centje bij. In roulatie werkten er in de fabriek dagelijks 30 mensen. Het was stukwerk, dus hoe meer potten je kon vullen des te meer je verdiende. Door het intensieve werk, de povere ventilatie in de fabriek en de barre werkomstandigheden in de winter was het verloop groot. Jongeren uit het Waterkwartier hebben daar een baantje gehad als vakantiewerk.

Azijnlucht
De automatisering deed zijn intrede en de productie ging van 3000 potten per dag naar 3000 per uur. Deze automatisering betekende ook dat er steeds minder mensen nodig waren voor de productie en bij de sluiting werkten er nog maar vijf mensen in vaste dienst. ‘Het waren over het algemeen fijne mensen waar ik mee gewerkt heb, omdat het arbeidersvrouwen waren die wisten hoe ze de handen uit de mouwen moesten steken’, zo vertelt Hans. ‘Ik heb nooit problemen met ze gehad’. Veel mensen in het Waterkwartier hebben nog herinneringen aan deze augurkenfabriek en niet in de laatste plaats door de wolk azijnlucht die regelmatig over de wijk heen waaide. ‘Geleidelijk aan kwamen er steeds meer milieuwetten en -regels,’ zegt Hans, ’we moesten veel te veel investeren om eraan te voldoen’. Na de sluiting in 1987 kocht Honig het pand en gebruikte het als opslagruimte. Een stukje geschiedenis uit het Waterkwartier kwam ten einde. Het gebied is nu bebouwd tot woongebied het Waalfront.

Tekst: Ton Zwartjes

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.