In 2017 stond er al eens een uitgebreid interview met Diny en Bertus van Diny’s Wol en Handwerken in de Wester. Toen bestond de winkel 39 jaar. Afgelopen juni vierde de winkel haar 45-jarig bestaan. Voldoende reden om weer eens langs te gaan bij Diny van Haaren, inmiddels 88 jaar oud, maar nog altijd even kordaat. Eerst kijken we nog even terug hoe het allemaal gekomen is.
Hondenkar
Diny is geboren onder de Lindenberg ongeveer op de plek waar nu het casino staat. Vanaf haar zevende jaar hielp ze haar vader met venten. Met paard en daarachter een platte kar met groente en fruit. Diny groeide op in de oorlogsjaren. In de jaren vijftig verhuisde het gezin met vier kinderen naar Waalkade 49 omdat haar geboortehuis moest wijken voor het Groene Balkon. Toen ze 18 jaar was haalde Diny haar vrachtwagenrijbewijs en op de avondschool haar middenstandsdiploma.
Bertus
Ze leerde Bertus kennen, omdat het schip van zijn vader, die binnenvaartschipper was, regelmatig aanmeerde in het haventje voor de Lindenberg. Het was 1953 en de vonk sloeg meteen over. Ze trouwden in 1958, gingen meteen varen en vervoerden veel graan, kippenmaïs, rogge en tarwe. Ze kregen twee kinderen; Dia en Benny, die in Nijmegen op het schippersinternaat zaten. Op de boot deden Bertus en Diny alles met zijn tweeën. Dan was Diny soms ook de kapitein. Om gezondheidsredenen moest Bertus echter stoppen met varen en de olietanker die ze inmiddels hadden, werd verkocht.
Het pand op de hoek van de Voorstadslaan en de Sperwerstraat hadden ze al eerder gekocht. Ooit zat er een rijwielhandel. Eigenhandig werd het pand verbouwd en in 1978 openen Diny en Bertus Diny’s Wol en Handwerken. De taakverdeling wordt dat Diny de winkel doet en Bertus voor het huishouden zorgt. In die jaren waren er in Nijmegen nog 14 van dit soort winkeltjes; nu is Diny al jaren de laatste der Mohikanen.
Het is nu 2023 en er is een hoop gebeurd sinds De Wester er zes jaar geleden was. Om te beginnen het overlijden van Bertus. ‘Dat was in september 2019,’ begint Diny. ‘Ik had hem al twee jaar intensief verzorgd. Die laatste operatie hadden ze niet moeten doen, daar was ie eigenlijk al te zwak voor. Ik mis hem nog elke dag. Hij was bijna 90 jaar. Hij wilde gecremeerd worden en uitgestrooid in de Waal. Dat hebben we natuurlijk gedaan.’
Burgemeester Bruls
Op het dressoir onder de geborduurde nachtwacht staat een foto van Bertus met een altijd brandend lichtje ervoor. ‘We waren 62 jaar getrouwd,’ gaat Diny verder. ‘We hebben het nooit nodig gevonden om een trouwdag te vieren. Ook niet toen we 50 en 60 jaar getrouwd waren. Toen werd er wel een jampotje met verlepte bloemen bezorgd. Afkomstig van het stadhuis. Onlangs heeft burgemeester Bruls het wel goedgemaakt. Kwam hij heel onverwachts langs met zijn chauffeur en secretaresse. Zomaar. We hebben gezellig koffie gedronken en het is een aardige vent, ik kan niet anders zeggen. Heel anders dan die burgemeester Hustinx, die heb ik ook nog meegemaakt. Die kon alleen maar borrels achterover slaan en hij was er voor verantwoordelijk dat we moesten verhuizen en plaats moesten maken voor het Groene Balkon.’
Heupoperatie
Twee jaar geleden werd Diny opnieuw met de dood geconfronteerd. ‘Mijn schoonzoon, hij was ook schipper, struikelde op een ongelukkige manier en is bij Koblenz in het water terecht gekomen. Hij is drie weken zoek geweest, toen werd hij pas gevonden. Het was zo’n goeie kerel. Een heel nare tijd. Mijn dochter Dia bleef met vier kinderen achter. Ze woont nu in Arnhem en ik heb twee leuke achterkleinkinderen bij een dochter van Dia.’
Zelf moest Diny ook onder het mes. ‘Ik lag in het ziekenhuis voor een heupoperatie. Dat ging gelukkig allemaal goed en ik had een geweldige therapeut. Ik kon hier na twee dagen alweer de trap op en af lopen. Belangrijk, omdat ik nog steeds boven slaap. Mocht er ooit een tijd komen dat dit niet meer lukt, dan heb ik hier beneden ruimte zat om een slaapkamer te maken. Nee, ik wil hier absoluut niet weg. Zoiets als de Griffioen zie ik absoluut niet zitten.’
Vlag
Diny heeft een geregeld leven. ‘Ik sta om half zeven op. Ik lees eerst de kranten, de Telegraaf en de Gelderlander. Ik wil wel goed bijblijven met wat er gebeurt in de wereld. Daarna loop ik hier even de tuin in. Voor het zwaardere werk komt iemand het elke maand bijhouden, ik doe de dagelijkse lichte arbeid, ook verzorg ik dan de hangplanten bij de schutting.’ Het moet gezegd: zeker nu er veel in bloei staat, is de tuin een lust voor het oog. ‘Wat ik niet snap,’ gaat Diny verder, ‘waarom het mensen leuk lijkt om hier de vlag te jatten. Ik denk kwajongens, want je moet bij een ander op de schouder gaan staan om er bij te kunnen. De afgelopen drie dagen tot twee keer toe. Bij de politie melden, heeft geen zin. Die zie je hier toch nooit. Nee, ik hang voorlopig geen vlag meer op.’
Corona
Diny is dan wel alleen, ze doet alles zelf nog. ‘Vroeger kookte Bertus altijd. Wanneer het lekker rook, zette hij de deur naar de winkel open. Dan konden ook de klanten ruiken wat de pot schafte. Nu kook ik zelf. Ik ga graag naar de visboer. De klandizie in de winkel is sinds corona wel minder geworden. De mensen worden lui, hè. Ze bestellen de spullen liever met de telefoon en laten het dan thuis bezorgen. Met het risico dat het natuurlijk niet goed is en ze het weer terug moeten sturen, terwijl ze hier altijd meteen kunnen zien wat ze kopen en ze ook nog advies en goede raad kunnen krijgen. Maar zolang ik kan, blijf ik de winkel open houden, van dinsdag tot en met zaterdag van 13.00 tot 17.00 uur.’
Toekomst
Diny gaat opgewekt door het leven. Ze heeft over belangstelling niet te klagen. Een paar maanden geleden stond Omroep Gelderland voor een reportage op de stoep en vorig jaar was ze te zien bij Omroep Max. Vakantie heeft ze nooit gehad. Ook geen behoefte aan. Diny: ‘Met een boot, je komt overal, maar eigenlijk nergens, want je zit steeds op het water.’
Hoe kijkt naar Diny naar de toekomst? ‘Ik heb altijd gezegd, ik ga ermee door tot ik er bij neerval. Dat zeg ik nog steeds. Maar als Hij boven roept, dan ben ik er, alleen hoop ik dat ie daar nog lang mee wacht. Over vijf jaar bestaat de winkel 50 jaar. Het zou mooi zijn wanneer ik dat jubileum zou halen. Dan ben ik 93, maar mijn oma werd 96 jaar. Dus ik heb goede hoop, maar ja, je weet nooit hoe een dubbeltje valt hè…’
Tekst: Michiel van de Loo
Foto’s: Dave van Brenk