Niersstraat

De Niersstraat ligt in de Rivierenbuurt en is genoemd naar de rivier de Niers, die ontspringt bij Gladbach en via Kempen, Geldern, Kevelaer en Goch bij Gennep ons land binnenstroomt en daar uitmondt in de Maas. De Niersstraat loopt van de Voorstadslaan tot aan de Rivierstraat en wordt door de Waterstraat in tweeën gehakt. We beperken ons in deze Wester tot het eerste en oudste deel van de straat.

We kennen de straat sinds 1929. Toen zijn ook de eerste huizen gebouwd: de nummers 2, 4, 6 en 1 tot en met 15. Dat waren koopwoningen. In 1930 volgden als onderdeel van een groot woningbouwcomplex de nummers 17 tot en met 47 en 8 tot en met 60. Het tweede deel van de Niersstraat werd aan de even kant in 1940 volgebouwd en aan de oneven kant in 1948. In dat laatste bouwproject werd met korrelbeton gewerkt. Dat is een lichte betonsoort waarin puin is verwerkt; puin afkomstig van vernielde panden bij het bombardement in de binnenstad.

Alexandra

De Wester sprak met drie bewoners van het eerste deel van de Niersstraat. Ze hebben zich alle drie verzameld bij Alexandra Deen, die met haar partner Theo samenwoont op nummer 34. Ze is geboren in 1976 in Emmerich, Duitsland, maar na een half jaar vertrok het gezin naar Tolhuis in Dukenburg. Haar vader regelde arbeidscontracten in de bouw en was populair gezegd koppelbaas, een lucratief baantje in die tijd. ‘Ik leerde Theo in 1995 kennen in dancing de Hoeve in Groesbeek,’ begint Alexandra. ‘Na drie maanden zijn we samen gaan wonen in de Niersstraat. Hij komt van het Willemskwartier. Dat wilde vroeger nog al eens botsen met lui van hier of de Wolfskuil. Theo had vier kinderen uit een eerder huwelijk. Daar is er later nog één bijgekomen, die nu nog thuis woont.’ De nakroost hangt op posterformaat aan de muur in de huiskamer, naast Elvis en Marilyn Monroe. In goed gezelschap dus.

Gerda

De oudste bewoonster in de straat is Gerda van der Horst-Knipping. Ze is 87 jaar en geboren in Lent. Haar vader had een bloemenkwekerij. Gerda: ‘Ik reed ooit achter op de fiets bij een vriendin op de Waalbrug van Lent naar Nijmegen. We kwamen een jongeman tegen die zei:  “Weet je wel dat dit verboden is, zo achter op de fiets?!” Hij stelde voor met mij naar Nijmegen te lopen. Die jongen was Jan van der Horst en enkele jaren later, in 1954, zijn we getrouwd. We konden meteen hier een huis krijgen op nummer 27. Later na de renovatie in 1980 schoven we door naar huisnummer 29. De vader van mijn man hebben we ook nog veertig jaar in huis gehad. Mijn man had ook nog drie broers die vaak over de vloer kwamen. Soms had ik het idee dat ik niet met één maar met drie man getrouwd was. Het huwelijk met Jan duurde 61 jaar. Hij overleed drie jaar geleden. Ik had zeven broers en zussen en ik ben als enige nog over. Mijn zwagers en schoonzussen heb ik ook allemaal overleefd.’

Hennie

Hennie Janssen is geboren in 1945, vlak na de oorlog, aan de Koninginnelaan. De kleuterschool was de Bethelschool en hij ging naar Dominicus aan de Koninginnelaan voor de lagere school. ‘Om de hoek aan de Geraniumstraat woonde Hennie Link,’ vertelt Hennie. ‘Met haar ben ik in 1968 getrouwd. In 1980 zijn we hier in de Niersstraat komen wonen op nummer 42. Mijn vrouw is zes jaar geleden overleden. Ik kwam daarna de eerste tijd de deur niet meer uit. Dat was niet goed voor me. Nu heb ik mijn werk bij SV Nijmegen weer opgepakt. Ik ben daar jarenlang jeugdtrainer geweest.’ Hennie heeft twee kinderen en werkte zijn leven lang met zonweringen.

Alexandra, Hennie en Gerda

Twee Mientjes

De gebeurtenis in de straat die het meeste indruk bij de bewoners heeft achtergelaten is de moord op de twee Mientjes op 6 februari 2003. Mientje Bartelen woonde op nummer 22 en Mientje Aarts op nummer 19. Het waren twee vriendinnen die dagelijks bij elkaar over de vloer kwamen. De dader, Fouad El Mazouki, was een vriend van René, de zoon van Mientje Aarts. Op kerstavond 2002, die Fouad bij de familie Aarts doorbracht en waar ook Mientje Bartelen aanwezig was, hoorde Fouad dat  er bij Mientje Bartelen een grote som geld in huis lag. Vanaf die dag ging hij op een duivels plan broeden, dat hij anderhalve maand later op 6 februari ten uitvoer zou brengen. Zaterdag 7 februari vond de politie de zwaar toegetakelde lichamen van beide vrouwen op nummer 22. Ze hadden tientallen messteken en het was duidelijk dat de Mientjes zich hevig verzet hadden. Fouad vluchtte diezelfde avond nog naar Marokko. Pas zeven jaar later werd hij gearresteerd in Casablanca. Hij kreeg levenslang. In Wester nummer 3 van 2013 – te lezen op de site www.dewester.info – kunt u een uitgebreid interview lezen met de zoon René Aarts, voor wie de gebeurtenissen een nachtmerrie waren. Hij verloor niet alleen zijn moeder, maar werd door de politie ook nog enkele maanden verdacht van medeplichtigheid.

Veiligheid

Gerda: ‘Dat was een grote klap. Ik kende ze allebei erg goed, want ik kwam er ook vaak over de vloer. Nee, ik ben daarna nooit bang geweest. Waarom zou ik? Ik wist meteen dat die Marokkaanse vriend de dader moest zijn.’ Alexandra heeft het idee dat er toch wel iets veranderd is. ‘Je hoeft hier ’s avonds als het donker is nergens aan te bellen. Er zal niemand open doen als je ook niet even op het raam klopt en je gezicht laat zien.’ Hennie beaamt dat. ‘Er werd bij mij ooit ’s nachts om half drie door enkele knullen aangebeld. Ik keek door het raam om te kijken wie het waren. Ze wilden een fietspomp, maar op dat uur ga ik echt niet open doen.’ Alexandra heeft camera’s hangen waarmee ze het pand voor en achter in de gaten houdt. ‘Puur voor de veiligheid; vroeger hadden we ook nog Spike, dat was de waakhond voor de hele buurt. In die tijd probeerde men via het achterpad nog al eens wat weg te halen, een krat bier bijvoorbeeld. Toen de oude school er nog stond, had je vaak ballen in de tuin.’

Overlast

Delen van het Waterkwartier waren voor overheidsdienaren, zoals politie, gemeente, justitie en Portaal vaak een bron van zorg. In maart 2008 ging er namens deze instanties een brief uit naar de bewoners in het gebied tussen de Weurtseweg, Lijnbaan, Voorstadslaan, Niersstraat, Rivierstraat en Kanaalstraat. In deze brief liet toenmalig burgemeester Thom de Graaf weten ernstige zorgen te hebben over de leefbaarheid en veiligheid in de wijk. Hij heeft met de betrokken partijen afgesproken dat er bij overlast door bewoners voortaan strenger opgetreden zal worden. Toch kwam de Niersstraat met enige regelmaat in het nieuws. Zo werd er in maart 2014 een man met steekwonden aangetroffen op de hoek met de Waterstraat. Een jaar later moest de straat voor onderzoek afgesloten worden na een schietpartij in de Reggestraat en werd er in oktober 2016 geschoten in een woning na onenigheid in het wietwereldje.

Gerda: ‘Natuurlijk is er in de loop van de jaren veel veranderd. Ik groet en zwaai nog wel naar iedereen hoor, maar ik kom bijna nergens meer. Vroeger had ik zeven sleutels van een rijtje woningen hier in de straat. Oudere mensen die ik dan hielp met van alles en nog wat. Of alleen om ze even gezelschap te houden en koffie te drinken. Tante Lena van 92 en een bejaarde mevrouw in een rolstoel. Nu zijn ze allemaal dood, maar ik stond altijd klaar voor ze.’

Collecte

Die rol in de straat is nu overgenomen door Alexandra. ‘Vaak zomaar, maar zeker als ik weet dat iemand ziek is, ga ik even met een pannetje soep langs. Je helpt elkaar, dat heb ik van huis uit meegekregen. Maar weinig mensen doen dat nog. Als iemand in de straat overlijdt, ga ik altijd met een collectebakje door de straat. Vrijwel iedereen doet dan een bijdrage. Een paar niet, maar daar verwacht je het ook van.’ ‘Dat deed ik vroeger ook,’ gaat Gerda verder, ‘toen had je ook ondankbare mensen hoor. Een buurvrouw zei me ooit: “Als jouw opa straks overlijdt, denk maar niet dat ik voor jou rondga met een collectebus.” Ik heb haar vanaf die dag niet meer aangekeken. Ze ligt nu zelf met de neus omhoog. Ik kookte ook vaak voor een oudere mevrouw, die eerst elke dag haar eten door tafeltje-dek-je liet verzorgen. Elke dag bracht ik haar eten en dat beviel haar natuurlijk prima. Ze betaalde er nooit voor en ik dacht dat ze het geld daar niet voor had. Toen ze kwam te overlijden vond de familie een kluisje met 20.000 gulden in de kast. Die waren daar erg blij mee.’ Hennie probeert ook de sociale contacten in de straat levend te houden. ‘Als het zo uitkomt, probeer ik met iedereen even een praatje te maken, maar dat gaat minder vanzelf dan vroeger. Wanneer je van iets of iemand last hebt, ligt het toch vaak aan jezelf hoe je je opstelt.’ Gerda: ‘Ik zit graag voor in de tuin met een kruiswoordpuzzel of wat te lezen.’

De Niersstraat in 1960

Gehorig

Hangjeugd kent de straat niet en sinds de sluiting van café Loonies is het ook ’s nachts na twaalven een stuk rustiger geworden. Ook met oud en nieuw houdt iedereen zich aan de regels. Er wonen nog nauwelijks jonge gezinnen en dus geen kleine kinderen. Hennie: ‘De oude garde gaat dood of vertrekt, zoals Joop. Daar had iedereen bonje mee in de straat.’ ‘Hij leende van iedereen geld zonder terug te betalen,’ gaat Gerda verder. ‘Ik krijg nog 85 euro van hem.’ Alexandra: ‘Er wonen veel alleenstaanden, en dat snap ik ergens toch niet. Er is toch zoveel woningnood? Op buitenlanders zit ik niet te wachten. We hebben Kemal de Turk al,’ lacht ze. ‘Ook hij versiert de straat mee met oranje bij een voetbaltoernooi.’

Gerda betaalt de minste huur, 389 euro, Hennie 402 en Alexandra  400 zoveel. Er zijn weinig klachten over Portaal. Alleen de verstopte riolering is een steeds terugkerend probleem. De huizen zijn erg gehorig. Je moet wat dat betreft gewoon geluk hebben met je buren, dat ze rekening met je houden.

Hennie: ‘Het parkeren is nu hopeloos, omdat de halve straat openligt in verband met nieuwe gasleidingen. Het is wel altijd druk in de straat. Vroeger reden er ook nog stadsbussen.’ Alexandra: ‘Toen kon je meer auto’s kwijt, omdat je ze dwars in de straat kon parkeren. Ik heb het altijd een mooie straat gevonden. Met die bomen heeft het wel iets van een laan.’ Het wordt er wel glibberen bij gladheid, want de gemeente heeft besloten in het kader van bezuinigingen niet meer te strooien in honderd straten, waaronder de Niersstraat.

Pannetje soep

Gerda: ‘Ik zou wel graag de bezem eens door een aantal voortuintjes willen halen. Zonde dat sommige mensen dat niet beter bijhouden. Ik blijf wel zo lang ik kan op mezelf wonen. Mij krijgen ze niet weg. Je hoort van alles over mantelzorg, maar dat hoeft voor mij niet. Nou ja, vooruit, behalve Alexandra, die mag wel langs blijven komen met een pannetje soep.’

Tekst: Michiel van de Loo
Foto’s: Dave van Brenk

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.