De fluitketel staat op terwijl de Wester met Henk aan de keukentafel zit. Henk steekt vrijwel onmiddellijk van wal met zijn verhaal. De herinneringen aan vroeger en aan de Rozenbuurt waarin hij sedert 1974 woont. Zijn huis, ooit gebouwd in opdracht van mevrouw Sipma (eigenaresse van de even verderop gelegen voormalige melkfabriek Maas en Waal), ligt aan de Hatertseveldweg. De eerste huizen in deze buurt stammen uit 1900. In deze wijk was er aanvankelijk veel doorstroming. Pas later ontstond er een hechtere gemeenschap. Kinderen bleven vaak in de buurt wonen en mensen kwamen bij elkaar over de vloer, men hielp elkaar in nood en zat vaak op de stoep een biertje te drinken of legden een kaartje.
Jeugd
Henk (67) blikt tijdens ons gesprek terug in de tijd. Hij vertelt: ‘Mijn wortels liggen in West. Ik ben geboren in de Jan Luikenstraat (Willemskwartier), daar woonden we een jaar bij oma in vanwege de woningnood na de tweede wereldoorlog. Daarna verhuisden we naar de van Slichtenhorstraat waar mijn zusje en broertje zijn geboren’. Het gezin verhuisde meerdere malen binnen Nijmegen voordat Henk het huis uitging en aan de Hatertseveldweg kwam wonen.
Henk zelf is honkvast en heeft nog nooit een aanleiding gezien om van deze plek weg te trekken. Pas sinds de laatste jaren is hij serieus op zoek naar een ander huis. Zijn onderkomen is een woon- en werkplek. ‘Er hebben hier indertijd motorblokken in de keuken gestaan, want als ik een auto had voor reparatie, haalde ik die op straat eruit en zette ik die hier in de keuken op een stuk karton. Dan werd de reparatie uitgevoerd en daarna pakte ik hem op en ging ie er weer in. Regelmatig was het zover. Mijn passie is techniek. Ik was heel jong begonnen toen ik met een bromfiets ging rijden. We hadden heel weinig geld thuis dus als ik een bromfiets wilde rijden, moest ik hem wel zelf repareren’, aldus Henk. Na de bromfiets kwam er een motor en later de auto. Stap voor stap leerde Henk alle ins en outs rondom het repareren van deze voertuigen. Buurtbewoners hadden al snel in de gaten dat Henk goed kon sleutelen en accepteerden dat hij dag en nacht met auto’s op de stoep in de weer was. Het werk kwam vanzelf op Henk af.
Rozenbuurters
Henk: ‘Politie hoefde hier nooit te komen, dingen werden onderling geregeld. Het was hier een homogene buurt, dat wil zeggen we waren een echte club. Dat had je in de Rozenbuurt, de Wolfskuil en het Willemskwartier. Wanneer de Rozenbuurters, Wolfskuilers en Willemskwartierders de stad in trokken en elkaar tegenkwamen werd er even een flink robbertje gevochten, wanneer dat achter de rug was gingen ze samen naar de kroeg een pilsje drinken. Ik heb er zelf nooit aan meegedaan. Ooit zag ik iemand zeker twintig minuten hier op straat liggen. Een buurtbewoner had ruzie gekregen met een ander en die had een draai om zijn oren gehad. In die periode werd deze buurt als een wilde, ruige buurt gezien. Ik zelf heb dit nooit zo ervaren, ik werd snel geaccepteerd, omdat ik met auto’s werkte. Daardoor kwam ik met veel mensen in contact. Mijn buurman die een opleiding in de geestelijke gezondheidzorg had gedaan, trok eens de buurt in met goede bedoelingen en dat is een keer niet goed uitgepakt. Hij had een pak slaag te pakken. Het was niet zo dat je dan niet geliefd was. Mij hebben ze altijd voor student versleten. Ik had destijds lang haar. In die tijd kreeg je een bijnaam op grond van de indruk die men van je had. Mijn grootvader heette Arnold en was verworden tot Nul en mijn vader was nogal een driftkikker, dus die werd Nuldepad genoemd’. Henk lacht en zegt: ‘Dat geeft een hele goede indruk van de manier waarop mensen in die tijd met elkaar omgingen. In de buurt gebeurden er weleens dingen waarover men zich kon beklagen, zoals iets te goed hoorbare muziek maken, maar niemand in de buurt die over zulke dingen de mond open deed. Ook al was het storend, mensen hielden zich stil anders had je gedonder. Mensen wisten bijna alles van elkaar, het is altijd een buurt van leven en laten leven geweest. Zo van: doe maar gewoon. De manier waarop de mensen met elkaar omgaan, is nu totaal anders dan toen. Mensen gingen vroeger directer met elkaar om. Zeker in de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Je had elkaar gewoon nodig. Er was meer saamhorigheid. Mensen hadden niet veel en naar mijn stellige indruk steunden mensen elkaar meer. Het was een soort van aanvaarding van de omstandigheden, die maakte dat je op die manier met elkaar omging. Nu is het op een andere manier moeilijk, omdat de maatschappij veel gecompliceerder is geworden. Tegenwoordig is er veel discussie over dingen die in mijn ogen vaak niks oplevert. Vroeger had je meer slagvaardige types. Dat waren mensen uit één stuk, die stonden ergens voor en die deden wat ze zeiden. Als ze het er niet mee eens waren, kwamen ze in verzet. Ooit zijn we met ons allen naar het gemeentehuis geweest en hebben daar geprotesteerd. Kobus van dierenweitje Kobus nam zijn paard mee en we zijn met paard en al de raadzaal ingetrokken. Er is een periode geweest dat protest wat opleverde. In de loop der jaren is het protest wel een beetje ter ziele gegaan’.
Sloop
Er waren jaren van onrust in de Rozenbuurt. De gemeente Nijmegen had wilde plannen en het idee om de woonwijk af te breken om deze plek aantrekkelijk te maken voor het bedrijfsleven. De bewoners kwamen in opstand en na jaren van vele vergaderingen en protest werd er besloten dat de woonwijk mocht blijven. In 1976/1977 werden er oude huizen gesloopt en kwam er betaalbare nieuwbouw. Een aantal huizen uit 1900 werden opgeknapt. In 2016 zijn die 56 arbeiderswoningen gesloopt en kwamen er 40 nieuwbouwwoningen. Henk heeft daar foto’s van gemaakt en gepraat met verschillende buurtbewoners: ’Ik sprak mensen die daar weg moesten en die vonden het vreselijk. Ze hadden hun leven lang in de huisjes gewoond. De huisjes waren op, desondanks wilden ze niet weg. Dat is typerend voor deze buurt. Zelf vind ik op het moment minder leuk dat de kleurrijkheid van de buurt is veranderd. Het is wat kleurlozer na de laatste nieuwbouw’.
Het is opvallend in de buurt dat er niet zoveel close contacten meer zijn. Henk: ‘Ik heb desondanks het idee dat de meeste mensen het hier wel kunnen vinden. Dat geldt ook voor mij. Ik vind het unieke aan deze plek dat mijn gesleutel op straat mij door de buurt jarenlang vergeven is. Je kunt hier doen wat je wilt. Dat is bijzonder!’ Aan het einde van ons gesprek bekijken we foto’s van toen waarop we diverse winkels, de melkfabriek Maas en Waal, de bakkerij, de ligging van de straten, enkele bewoners en de oude huizen zien.
Tip: Bekijk de YouTube video hieronder: de Oude en Nieuwe Rozenbuurt. Echt een aanrader!
Tekst: Caroline van Uden
Foto’s: Dave van Brenk