Terug naar de Wolfskuil met Freek Halderman

Tekst: Michiel van de Loo
Foto’s: Dave van Brenk

Sinds 2017 woont hij niet meer in de Wolfskuil, maar in verzorgingshuis de Griffioen aan de Kievitstraat in het Waterkwartier. Zijn laatste adres in de Wolfskuil was de Koninginnelaan. Nog maar kortgeleden prijkte hij trots met een foto in de Brug met als kop “De Koning van de Straat”. Want daar zat Freek altijd op de stoep van zijn seniorenwoning en hield hij nauwlettend in de gaten wat er in de straat gebeurde.

Haarlem
‘In het begin heb ik de Koninginnelaan wel gemist hoor,’ begint Freek, ‘maar de kinderen vonden dat ik er niet meer kon blijven wonen in mijn eentje. Ik was er twee keer niet lang achter elkaar in de douche in elkaar geklapt. Het lukte me nog net om zelf 112 te bellen. Een hoop bloed en de dokter constateerde hartritmestoornissen. Ik moest het kalmer aan doen. Als ik wakker word, sta ik meteen naast mijn bed en begint mijn dag. Nu moet ik voortaan eerst met beide benen op de grond rustig blijven zitten en tot tien tellen, en dan pas overeind komen. Ik had daar vroeger de rust niet voor,’ lacht Freek.

Freek is geboren in Haarlem in augustus 1941. Een oorlogskindje al kan hij zich daar niets meer van herinneren. ‘Er is me later wel verteld dat de familie met bloembollen en suikerbieten het laatste jaar van de oorlog door moest komen. Ik was de oudste van drie kinderen. Ik had nog twee zusjes, die iets jonger waren. Pa werkte waar geld te verdienen was. Dat kon in de bouw zijn, maar ook bij een boer. Daar zat ik ook vaak. Ik ben van jongs af aan gek met dieren geweest.’

An Kuster
Freek was nog een broekie toen hij voor het eerst in Nijmegen kwam te werken. Freek: ‘Bij Thermicon op het industrieterrein, ze installeerden afzuigkanalen. Ondertussen zat ik in de kost in de Benedenstad. Mijn eerste echte baan was bij Willem Smit, toen was ik inmiddels een jaar of achttien. Daar was ik las- en elektroden maker. Omdat het vast werk was, kon ik me bij de gemeente als inwoner laten inschrijven.

Op een mooie zondag, ik was vrij en op de koffie bij de familie Spithoven. Dat waren kennissen en die woonden ook in de Benedenstad. Daar was toevallig ook een meisje op bezoek. Ze heette An, was net zo oud als ik, en het was meteen liefde op het eerste gezicht.’ An Kuster zou de liefde van zijn leven blijven. ‘Ze woonde aan de Anjelierenweg,’ gaat Freek verder, ‘en was de oudste van 13 kinderen daar. Omdat eentje méér of minder toch niet uitmaakte, kon ik meteen bij mijn schoonfamilie intrekken. Nee, we mochten zeker niet bij elkaar slapen, daar was de oude Kuster heel streng in. Ik sliep bij de jongens en An bij de meisjes. Thuis mocht niks, daarvoor gingen we op zondag naar het kanaal. En ook wel eens een ijsje eten. Dat was het vertier. An had maar weinig vrije tijd, hè. Ze was de oudste en thuis altijd in de huishouding aan het werk. Vader Kuster werkte bij Ariëns, een sloopbedrijf.’

Twaalf ambachten, dertien ongelukken
‘Ach, er gebeurde wel eens wat op de Anjelierenweg,’ lacht Freek, ‘er ging wel eens een fiets door een raam. Als er alcohol in het spel was, viel er wel eens een klap, maar ik heb het er vooral heel gezellig gevonden. En de mensen stonden voor elkaar klaar. ’s Avonds onder het licht van een lantaarnpaal werd er gekaart. Ik denk dat ik een jaar of zes bij de familie Kuster heb ingewoond. In 1966 zijn we getrouwd en kregen we een eigen huis. Ook aan de Anjelierenweg, op nummer 51.’

Freek was iemand van twaalf ambachten en dertien ongelukken, zoals hij het zelf zegt. ‘Wanneer ik ergens anders iets meer kon verdienen of het werk was beter, dan deed ik dat. De ijzergieterij aan de Voorstadslaan, dat was echt smerig werk. Dus dan zocht ik weer gauw iets anders. Kraanmachinist, of op de bakkerij van Van Eldonk aan de Weurtseweg. Ik heb ook nog met brood langs de deuren gereden en daarna weer op een kippenslachterij gewerkt, och, ik voelde me overal snel thuis.’

Verdriet
Uit het huwelijk van An en Freek werden vier kinderen geboren. Dat bracht niet altijd geluk, want twee ervan moesten ze al begraven. ‘Eén dochtertje is maar vier maanden geworden,’ vertelt Freek. ‘Die mankeerde bij haar geboorte in 1968 al van alles. Volgens de dokter was haar overlijden beter voor iedereen, maar het blijft erg triest natuurlijk. Dat gun je niemand.’ De dood van een andere dochter die op 18-jarige leeftijd plotseling overleed, kwam helemaal hard aan. ‘Dat was in 1990. Ik hoorde een harde klap, ik rende de trap op naar boven en zag meteen dat het niet goed was. Direct het alarmnummer gebeld, maar vlak erna was het al gebeurd. Een dubbele hersenvliesontsteking. Daar hebben we veel verdriet van gehad. Met Fred, de oudste zoon, gaat het prima. Die woont nu in Wijchen, en José heeft niet zo lang geleden een huis in de Zwaluwstraat gekocht, hier vlakbij.’

Freek in 2003 tijdens één van de vele activiteiten van Station West

Station West
Na al die los-vaste baantjes kon Freek via Breed aan de slag in het wijkwerk. Hij werd in 1982 beheerder van het clubhuis voor de jeugd aan de Tweede Oude Heselaan, naast de kerk. Freek: ‘Ik was er beheerder en verantwoordelijk voor het onderhoud. Voor de jeugd werden er allerlei activiteiten zoals disco georganiseerd onder de noemer van de Nijmeegse Jeugdraad, later Dacapo, en weer iets later Tandem. Toen dat vanwege bezuinigingen ging sluiten zorgde Ger, mijn schoonvader, ervoor dat ik zo’n beetje hetzelfde werk kon doen bij het Kruispunt, achter het GAK-gebouw. Daar werd veel voor de jeugd georganiseerd, en er was een mooi zaaltje voor bruiloften en partijen. Daar maakte de hele buurt gebruik van, maar ook mensen van buiten de wijk. Bij het Kruispunt was een speeltuintje, Station West, en ik had van het bestuur geld gekregen om dieren aan te schaffen voor een dierenweitje erbij. Zo kwamen er kippen, geiten, een schaap en een pony. De kinderen vonden het prachtig. De familie Kuster regelde het allemaal. Die waren stuk voor stuk erg actief in de wijk. Op zondag was er film, met Koninginnedag en ook op andere feestdagen ging het er goed los. Een paar keten waren omgebouwd tot treinwagon. Het draaide eigenlijk té goed. Dat zag ook de gemeente. Ineens kregen we geen geld meer. Het officiële verhaal was, omdat er genoeg andere plekken in de wijk waren om activiteiten te organiseren. De werkelijke reden: omdat de gemeente er geen controle over had. En dat er feestjes gevierd werden, nou, dat kon al helemaal niet. Ze vonden de familie Kuster veel te machtig, dus werd het daar halverwege de jaren 90 de nek omgedraaid.’

Freek op het muurtje voor de Jumbo

Vissen
Freek kon gelukkig meteen bij wijkcentrum ’t Oude Weeshuis aan de Papengas in de Benedenstad aan de gang. ‘Ook daar heb ik weer veel voor de jeugd georganiseerd. Mooi gebouw ook, pas gerenoveerd. Daar heb ik tot mijn afscheid en pensioen in 2006 gewerkt. Ik was in totaal 24 jaar in wijkcentra actief. Ik kreeg bij mijn afscheid een ponywagen cadeau. Dat vond ik erg mooi, toen heb ik wel een traantje moeten laten. Ik kom er nu nog elke week op vrijdagavond jokeren.’

In 2008 overleed An. Kanker. In 2011 vertrok José uit huis en toen werd de woning aan de Anjelierenweg veel te groot voor hem alleen. Daarom verhuisde hij in 2011 naar een seniorenwoning aan de Koninginnelaan. Als hij daar niet voor de deur zat, was hij weg op zijn brommertje naar een leuke plek om te vissen, zijn grote hobby. Hij deed nog even vrijwilligerswerk achter de bar in wijkgebouw Titus Brandsma.

Benidorm Bastards
Freek: ‘En nu zit ik hier in de Griffioen alweer twee jaar. Ik ben er gewend en heb het erg naar mijn zin. Er worden hier vaak activiteiten georganiseerd, zoals soepie doen, en als het even kan, ben ik overal bij. Ik doe alles zelf, boodschappen, koken, en zoek nog vaak mijn oude collega’s op zoals Janny in Villa Nova en de mensen in Titus of ’t Hert. Als het een beetje weer is, zit ik met een aantal dames van hier op het muurtje bij de Jumbo. Daar zitten ze weer, hoor je dan, de Benidorm Bastards,’ lacht Freek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.