Terug naar de Wolfskuil met Jos Bredero

Zijn vader is in 1949 geboren aan de Ericastraat, een straat die tussen de Distelstraat en de Wolfskuilseweg liep. Met de sloop in 2004 en de nieuwbouw van wat vroeger bekend stond als de Rimboe, is die straat helemaal verdwenen. Zijn moeder woonde in het bochtje onderaan de Oude Nonnendaalseweg. Raskuulers dus. De wieg van zoon Jos stond in 1973 aan de Violenstraat; een verbindingsstraatje tussen de Koninginnelaan en de Anjelierenweg. Met hem gaan we terug naar de Wolfskuil.

Roncalli

‘Van de Violenstraat herinner ik me vooral nog de tweelingdochters van de familie Koenders,’ begint Jos. ‘Verder hadden we Turkse buren en we speelden altijd buiten. Er werd op straat geleefd, al deden mijn ouders daar niet zo aan mee. We hebben er maar kort gewoond. Het waren kleine huisjes en toen ze op de nominatie stonden om gesloopt te worden, verhuisden we in 1979 naar de Zonnebloemstraat 20. Ik heb nog een broer die drie jaar ouder is. Mijn vader werkte eerst in de bouw en ging later de specialistische schoonmaak in. Dan moet je aan operatiekamers denken en zo.’

De Zonnebloemstraat is van alle zijstraten van de Floraweg de breedste en heeft nog tweerichtingsverkeer. ‘Voor het kleuter- en lager onderwijs ging ik naar de Bethelschool aan de Tweede Oude Heselaan. Vriendjes uit die tijd waren Dimitri Nas, mijn neef Raymond de Haardt en vooral Martijn Bergevoet. Dat is nu nog mijn beste vriend. Heel even waren we elkaar uit het oog verloren, maar dan kom je elkaar tegen en dan klikt het weer meteen. Na de lagere school ging ik naar Roncalli, de LTS. Ik wilde installatiemonteur worden.’

Driesprong

Om de hoek bij de Zonnebloemstraat ligt aan de Varenstraat een winkelstrip waar in de jaren 80 slager Jos Jansen zat. Nu zit daar slagerij Al Madina. Daarnaast kun je al decennialang naar een snackbar. Dat was toen de friettent van Willie. Verder zat er kledingwinkeltje, kapper Bergevoet en op de hoek met de Korenbloemstraat kruidenier Maters. De friettent was de favoriete hangplek van Jos en zijn kameraden. En als ze daar niet rondhingen dan waren ze aan het voetballen boven bij de Mariaschool. Jos: ‘Dat was met Wim en Anton Kiefte, Patrick Tang, Mark Peters, Jeffrey Knoop, Perry den Hartog. Dat het daar een beetje onguur werd, was pas later in de jaren 90. Wij hielden ons ook helemaal niet bezig met drugs, dat was echt een generatie na ons.’

‘Ik was vijftien jaar toen ik vrijwilliger werd in de Driesprong,’ gaat Jos verder. ‘Het clubhuis aan de Cyclamenstraat, tegenover het trapveldje en de speeltuin, is een jaar of drie geleden gesloopt en het terrein ligt nu braak. In de kelder van de Driesprong was elke vrijdagavond disco voor de jeugd.  Die ruimte, we noemden het the Basement, was leuk aangekleed en opgeschilderd. Daar besteedden we regelmatig aandacht aan. We probeerden er echt iets van te maken. Perry den Hartog en ik waren de vaste dj’s. Wat we draaiden? Disco, Kool & the Gang, maar ook Dire Straits en af en toe zelfs een Nederlandstalig nummer. De discoavond was echt een begrip in die jaren. Het was geen grote ruimte, met 45 mensen zat het vol, maar dat was regelmatig het geval.’

De Driesprong in 1988

Vechtpartij

Perry en Jos waren gezamenlijk verantwoordelijk voor de kas en voor de inkoop van de drank. ‘Op maandag was altijd de afrekening met Hans, de beheerder van de Driesprong,’ vertelt Jos. ‘Toentertijd werd er alcohol geschonken. Daar gingen makkelijk 12 kratten bier doorheen op een vrijdagavond. En ja, dan werd er ook wel eens gevochten. Ging het meestal om een meisje of iemand had een verkeerde opmerking gemaakt die bij de ander in het verkeerde keelgat schoot. Maar in de kelder zelf is het nooit uit de hand gelopen. Buiten op straat is wel een keer een flinke vechtpartij geweest. Het was vooral de oudere jeugd die daarbij betrokken was. De politie is nog gebeld, maar toen die kwamen was het al afgelopen. De Kuulers kunnen elkaar op de bek slaan, maar als er lui van buiten de wijk bij betrokken zijn, dan komen ze voor elkaar op. We hanteerden voor the Basement geen leeftijdslimiet. De leeftijd varieerde van vijftien tot ergens in de twintig. We moesten om 23.30 uur sluiten. Dat verliep altijd zonder problemen. Frank Hendriks en Bert van Maassen, die ook wat ouder waren, hielpen ons daarbij als dat nodig was. Die oudere jeugd ging vaak door in de caféruimte op de begane grond. Daar zaten de wijkbewoners van boven de dertig en daar kende gezelligheid geen tijd en ging het vaak door tot diep in de nacht. Ikzelf ging meestal met een groepje de stad in, Club Blouch of het Keldertje.’

DJ

Jos was tot 1994 als vrijwilliger actief in de Driesprong. ‘Toen vond ik het wel mooi geweest. Ik heb daarna nog wel zo’n twaalf jaar als dj gewerkt in Taboe in de Vlaamsegas, Club Joy in de Smetiusstraat samen met Marco Leeuwis ofwel DJ Galaga, de Drie Gezusters, de Skihut, Sjors en Sjimmie aan het Koningsplein. De disco in de Driesprong is zonder mij nog redelijk lang doorgegaan. Het is eigenlijk de nek omgedraaid door Dacapo, wat later Tandem werd en nu weer een andere naam heeft. Er mocht niks meer, het moest allemaal vooral rustiger, en op een gegeven moment mocht er ook geen alcohol meer geschonken worden. Dat was het einde, eigenlijk heel zonde.’

ICT

Jos heeft ook heel lang in clubverband gevoetbald. ‘Met Berry Rijnen, die was keeper, Patrick Looijschelder, Leon Woudstra, die laatste zat ook bij mij in de klas. Ik heb wel wat clubs versleten: Sv Nijmegen, Blauw Wit, Nijmeegse Boys, SCE. Ik was verdediger, je kwam me altijd drie keer tegen,’ lacht Jos.

Jos was op zijn zestiende al aan het werk. ‘Mijn eerste baas was Kropman installatietechniek. Daar heb ik 17 jaar gewerkt. Ik werd daar regelmatig uitgeleend voor grote projecten. Zo ook een keer bij AkzoNobel, waar ik in aanraking kwam met ICT. Daar ben ik in doorgegaan en nu werk ik bij KNNS in Wijchen als business consultant/portfolio manager. Daarnaast ben ik actief als vrijwilliger bij de Kettlebell Club. Erg leuk om te doen.’

Noord

Jos: ‘Ik had altijd tegen mijn ouders gezegd dat ik op mijn 27ste hoe dan ook thuis zou vertrekken. En dat heb ik ook gedaan. Ik ben naar een flatje in Lankforst verhuisd, en niet lang daarna liep ik in de Wolk, dat is nu café van Buren, Katinka tegen het lijf. Ze trok na twee weken bij me in is en daar ben ik nog steeds mee samen. Na vier jaar Lankforst kochten we het huis van de ouders van Katinka in de Wellenkamp, maar daar konden we niet wennen. Ik wilde wel weer terug naar de Wolfskuil, Katinka werkt bij de Aquamarijn, dus verhuisden we naar een appartement aan de Dikkeboomweg.’

‘Nu wonen we in Nijmegen-Noord in de Heinrich Böllstraat. We kregen twee schatten van meiden, Jessie, inmiddels zeven en Nikkie van vier jaar oud. We wilden groter gaan wonen en in de Kuul was niks beschikbaar, dus werd het Noord. Daar hebben we nu een mooi nieuw huis. Mijn ouders zijn verhuisd naar Wolfskuilseweg, daar lees ik de Wester altijd, en mijn broer woont in Hees. Sommige vrienden van  vroeger zie ik nog wel eens. Martijn en mijn neef Raymond de Haardt natuurlijk, maar ook Mark Peters, Patrick Tang en  Frank Hendriks kom ik nog wel eens tegen. We hadden enkele maanden geleden nog een soort reünie met Mark, Patrick, Raymond, Henk ter Haar en Erwin Smitjes die in de Rozenbuurt woonde. Het is erg laat geworden, maar het was super gezellig en leuk om allerlei herinneringen op te halen.’

Tekst: Michiel van de Loo
Foto’s: Dave van Brenk

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.