Terug naar de Wolfskuil met Renske Helmer-Englebert

Renske tijdens de doortocht van de Vierdaagse in Wijchen. Foto: Dave van Brenk

Ze ging met haar gezin begin dit jaar in Wijchen wonen. Ze had een nieuwe baan gekregen en die verplichte haar om te verhuizen. Anders had ze dat nooit gedaan en woonde ze nu nog in de Korenbloemstraat. We gaan terug naar de Wolfskuil met de huidige burgemeester van Wijchen; Renske Helmer-Englebert.

Renske is in 1969 geboren in Oosterbeek. De eerste acht jaar van haar leven woonde ze in Arnhem, daarna in Brummen bij Zutphen. Op haar twintigste ging ze voor haar studie Verpleegkunde naar Nijmegen. Daarna werkte ze bij het Radboudumc. Van 2000 tot 2007 was ze in Den Haag medewerker van SP-kamerlid Agnes Kant. Daarna werkte ze in Arnhem bij Zorgbelang Inclusief. In 2012 werd ze in Amsterdam beleidsmedewerker bij de NVVE, de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. Al die tijd bleef ze in Nijmegen wonen.

Fractiemedewerker

Sinds 1990 woonde Renske in Nijmegen. Eerst in de Dominicanenstraat in Oost, vlakbij het kantoor van de SP. In café De Cantine kwam ze de SP’ers Hans van Hooft en Sjoerd de Jong tegen. Ze werkte toentertijd ook in cafetaria De Opstap, waar Hans ook vaak kwam eten. Renske was nog niet bij de SP betrokken, dat gebeurde later door een verhaal van SP-tweede kamerlid Agnes Kant op de Nursing Dagen. Ze herkende daar veel van zichzelf in en toen in 2000 diezelfde Agnes Kant een fractiemedewerker zocht in Den Haag werd Renske niet alleen lid van de SP, maar kreeg ze ook de baan. Ze vond het erg leuk werk, maar maakte werkweken van tachtig uur. Ze kon een baan als gemeenteraadslid er echt niet bij hebben. Hans van Hooft had haar daar in 2006 al wel voor benaderd. In 2007 ging Renske bij Zorgbelang Inclusief werken en in 2010 stond ze op de lijst voor de gemeenteraad in Nijmegen. Renske was nummer zes, maar de SP bleef op vijf zetels steken. Eind 2011 verliet Jola van Dijk de raad en toen was het de beurt aan Renske. Tussendoor kreeg ze in 2008 schildklierkanker. Een paar jaar later was ze daar helemaal van genezen.

In 2014 werd de SP bij de verkiezingen met acht zetels de grootste partij van Nijmegen. Renske werd wethouder. Eerst voor Wijken en Openbare ruimte, Onderwijs, Sport en Maatschappelijk Vastgoed. Vier jaar later begon ze aan haar tweede termijn en had ze onder andere Werk, Inkomen en Armoedebestrijding in haar portefeuille.

Renske op een bankje in de Kuul in 2014. Foto: Jacqueline van den Boom

Wethouder

‘Die eerste periode als wethouder was wezenlijk anders dan de tweede. Ik voerde gesprekken in de wijken, bezocht daar allerlei activiteiten en was bij veel sportwedstrijden aanwezig. Het contact met de mensen ging eigenlijk vanzelf. Wilde ik in de tweede ambtsperiode de mensen, waarvoor ik werkte, ontmoeten dan moest ik ze opzoeken of uitnodigen. Daarom nodigde ik in de nieuwsbrief voor bijstandsgerechtigden hen uit om met mij in gesprek te gaan. Dat kon bij hen thuis, op mijn werkkamer in het stadhuis of in het wijkcentrum in hun buurt. Ik kreeg daar 107 reacties op. Deze gesprekken heb ik allemaal gevoerd en daar leerde ik veel van. De mensen vertelden mij dat ze door oorzaken van buitenaf in de problemen waren geraakt. Of over hun zorgen en hun wensen voor de toekomst. Zo leerde ik dat dé bijstandsgerechtigde niet bestaat. De rode draad in al die gesprekken was de vaste contactpersoon die erg werd gemist. Door bezuinigingen in 2010 was deze afgeschaft. Ook ontdekte ik hoe het kwam dat sommige mensen altijd te laat hun briefjes inleverden. Ze waren analfabeet! Ik had al deze gesprekken net afgerond toen ik in 2019 meedeed aan een bevolkingsonderzoek. Ik voelde me kerngezond, maar toch werd toen de diagnose gesteld dat ik borstkanker had.’

Prinsenbankhoeve

Renske ging door een moeilijk periode. Voor de tweede keer kanker. ‘Na de diagnose volgde een borstamputatie, waarop mijn lichaam slecht reageerde. Met allerlei complicaties als gevolg. Om hiervan te herstellen heb ik in september 2020 mijn taken neergelegd. Ik voelde me daar erg verdrietig onder. Het was toen het beste besluit wat ik kon nemen, voor de stad en voor mezelf. Het was met pijn in het hart, maar zonder spijt. Want ineens was er geen tijd meer voor de vraagstukken in de samenleving. Mijn eigen vraagstukken vroegen mijn aandacht. Ik moest het een plek zien te geven en op zoek naar een nieuwe identiteit. Tijdens mijn herstel wilde ik wel dingen om handen hebben. Ik ben onder andere paardenstallen uit gaan mesten en ik ging wat vaker naar manege De Prinsenbankhoeve in Wijchen. Toen het eindelijk weer wat beter ging, moest ik weer gaan nadenken over mijn toekomst. Ik wilde niet terug als wethouder, dat was een gesloten boek. Ik dacht in eerste instantie om iets in het onderwijs bestuur te gaan doen, totdat iemand me tipte of een burgemeestersfunctie niet iets voor me was. Ik vroeg me af of ik zo’n publiek figuur wilde zijn, maar mijn hart ligt wel bij het politiek bestuurlijke domein. Ik hakte de knoop door en regelde een stage bij de burgemeester van Deventer. Maar toen werd ik gebeld door de kabinetschef dat ze in Voorst bij Brummen, waar ik vandaan kom, een waarnemend burgemeester zochten. Daar ben ik in 2021 begonnen. Op dat moment zat er in Wijchen óók een waarnemend burgemeester. Ik zei tegen Jeroen, mijn man, als die plek vrijkomt is Wijchen bij mij nummer 1. Eind vorig jaar was het zover.’

Renske tijdens de heropening van Dierenweide Kobus in 2016. Foto: Geert Timmer

Korenbloemstraat

Renske leerde Jeroen kennen in de jaren negentig toen ze op de dansvloer een tikkeltje te wild tekeer ging en Jeroen per ongeluk een tikje op zijn neus gaf. ‘We woonden eerst samen in Oost, maar daar was kopen te duur voor ons. Zo kwamen we uit in de Wolfskuil en de Korenbloemstraat. Het was 2002. Ole, onze oudste zoon was net geboren. Ze waren net begonnen met de sloop van de Rimboe. We hebben meteen veel aan de woning verbouwd. Zo trokken we de nok omhoog en gelijk met de buren. Dat werd de werkkamer van Jeroen. We hebben er aan de achterkant drie meter bijgetrokken en vooral veel licht gecreëerd. De schuur die aan de achterkant tegen het huis was aangebouwd hebben we afgebroken en daarvoor in de plaats een nieuwe schuur achterin de tuin neergezet. En toen hadden we nog een tuin van vijf bij tien meter over. Met de buurman rechts van ons hadden we een open tuin. Hij voerde dagelijks onze konijnen een broodkorstje en die beestjes reageerden gelijk wanneer hij zijn deur opendeed.’

Wijkfabriek

‘Ik werd meteen heel hartelijk ontvangen door de buurtbewoners. Ze kwamen met ijsjes en reageerden heel alert toen Jeroen zich bij het klussen in zijn hand gesneden had. Er was wel even een dingetje toen ik mijn auto op een plek had geparkeerd die iemand anders zich al jaren toegeëigend had, maar ook dat loste zich snel op. Het was een heel centrale plek om te wonen. Overal dichtbij, het station, alle voorzieningen, zoals de Wijkfabriek waar ik trots op ben dat ik dat als wethouder heb mogen mee-organiseren. Maar ook de winkels zoals Albert Heijn, Bruna, de apotheek, Kruidvat, de bakker, de school en de speeltuin waar de kinderen vaak kwamen toen ze nog jong waren. Senne is in 2006 geboren. Toen hij nog een hummeltje was, is ie ernstig ziek geweest. Dan deel je lief en leed met elkaar. In de tijd dat dierbare buren overleden, leerde ik de goede en mooie gewoonte dat de buren dan bij andere huizen in de straat langsgaan om geld op te halen voor bloemen of een krans. En zo ging ik samen met een buurvrouw op pad, nadat wij onze buurman aan de andere zijde dood hadden aan getroffen in zijn huis. Ik heb hem lang gemist.

Drempels

‘De Wolfskuil is een volkswijk. Ik heb dat altijd in positieve zin ervaren en het is een titel om trots op te zijn. Ik werd altijd boos wanneer mensen zeiden dat Oud-West het nieuwe Oost is. Wat een onzin. Een samenleving bestaat uit diverse mensen; je kunt dat nooit met elkaar vergelijken. Je moet mensen bij elkaar brengen. Ik mis de mensen uit de straat wel. Ik zoek ze nog graag op. Ook toen ik wethouder was bleef ik “ons Renske”. Ik werd nooit voor dillema’s geplaatst, omdat mensen in de straat me ineens gingen vragen of ik daar of daar niet voor zou kunnen zorgen. Iedereen wist er heel zuiver mee om te gaan. Maar toen ik al geruime tijd geen wethouder meer was heb ik wel een keer de wijkregisseur gebeld. Ik heb me als een willekeurige bewoner van de Korenbloemstraat voorgedaan en gevraagd waarom er bij ons in de straat nog geen drempels lagen. Er werd soms heel hard door de straat gescheurd. Een van de argumenten was dat onze straat smaller zou zijn dan andere straten. Overal in de wijk lagen drempels in straten die even breed waren. Dus daar kon het niet aan liggen; ik had het zelfs nagemeten. Toen was het snel geregeld en daar was iedereen blij mee.’

Verhuiskaartje van Renske, vanuit de Korenbloemstraat naar Wijchen

Wijchen

‘In het najaar van 2022 werd de renovatie aangekondigd. In eerste instantie alleen voor de huurwoningen. Toen zijn de kopers in gesprek gegaan met de woonstichting om te informeren of zij ook konden aansluiten. Dat kon, maar dan moesten we binnen twee weken een groot bedrag betalen. Omdat onze woning al een energielabel A had gekregen, was dit voor ons niet nodig. Wel merkten we dat de reorganisatie voor veel onrust in de buurt zorgde. Mensen hadden hun huis netjes op orde en waren bang dat ze het niet op dezelfde manier zouden terugkrijgen. Toen ik begin juli bij een paar oud-buurtgenoten op bezoek ging, merkte ik dat de renovatie veel impact had op de buurt. En dat dit nog steeds erg leeft. Ik ben toen ook nog even bij de nieuwe bewoners van ons oude huis gaan kijken. Ze hebben meteen veel veranderd, vooral beneden. Waardoor ze er een nieuw thuis van hebben gemaakt en dat is mooi. Ik had, toen we gingen verhuizen, nog wel aan Ole, de oudste zoon, gevraagd of hij hier niet wilde blijven wonen samen met vrienden of studiegenoten. Dat wilde hij niet. Als hij op zichzelf gaat wonen, wil hij dat het helemaal iets van hemzelf is. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Het bevalt hem nu prima in Wijchen. Hij volgt nog wel in Nijmegen een opleiding en zit er op een sportclub, maar hij werkt nu wel in Wijchen bij Albert Heijn. Dat deed hij vroeger aan de Molenweg en hij stond met zijn mondkapje op nog ooit op de voorpagina van De Wester. Het bevalt Jeroen hier prima en ook Senne heeft snel zijn draai gevonden. Hij zit hier op het Maaswaal College. Doordat hij voorheen vaak op de manege kwam, kende hij al veel mensen.’

‘Ook ik ben tevreden met het wonen hier. We wonen tegen een volkswijk aan, op loopafstand van de horeca en terrasjes. We hebben hier alles, ik mis alleen een natuurwinkel. Ik kende Wijchen al een beetje. Kom er al bijna tien jaar op de manege. Toen ik gesolliciteerd had ben ik met Jeroen op de tandem door alle verschillende dorpskernen gefietst en zijn we zelfs op het dancefestival Emporium op De Berendonck geweest. Niet echt mijn muziek, maar ik wilde wel de sfeer proeven.’

Groeten

Renske is altijd Renske gebleven. Net zo benaderbaar als ze was als burger of in functie als gemeenteraadslid of wethouder. Dat heeft ze ooit van Agnes Kant meegekregen. In Wijchen zullen ze blij met haar zijn. Ze reageerde ook meteen enthousiast op ons verzoek voor een interview. Wanneer we bij Het Huis van de Gemeente aan de Kasteellaan vertrekken, drukt ze ons op het hart om vooral aan iedereen in de wijk, maar vooral in de Korenbloemstraat, de hartelijke groeten over te brengen. Bij deze!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.