Hij woont nu met zijn vrouw Marianne in Wijchen in een appartement voorzien van alle gemakken voor mensen die tot de senioren gerekend worden. Hij knipt nog altijd in het karakteristieke pand aan de Lange Hezelstraat. Het laatste huis aan de linkerkant vlak voor de Hezelpoort en als je naar het centrum toe gaat, het eerste pand rechts na die Hezelpoort. Zijn wieg stond echter aan de Wolfskuilseweg waar zijn vader al in de jaren dertig van de vorige eeuw een kapsalon had.
Molenweg
‘Daar ben ik vlak naar de oorlog in 1946 geboren,’ begint Jan. Mijn zeven jaar oudere broer Ton heeft die kapperszaak ooit van mijn vader overgenomen en nu staat daar zijn zoon Maurice. In mijn kinderjaren was de Wolfskuil nog maar amper bebouwd. De Molenweg richting Heseveld was nog een zandpad. De lagere Sint Jozefschool stond waar nu het Distelpark is, daar was ook nog een meisjesschool. Ik had thuis nog één broer en drie zussen. Voor pa was het hard werken. Na zijn werktijd overdag ging hij vaak ’s avonds nog naar het ziekenhuis om te knippen. Daar vroeg-ie 75 cent voor. Later ging de prijs naar 1,25. Veel leverde het niet op dus, maar we hebben nooit honger geleden, hoor.’
The Black and White Birds
‘De Rimboe was bij ons om de hoek. Ik kwam daar wel eens, maar had er geen vrienden wonen. Ik was meer op de Molenweg gericht. Daar woonden onder andere Robbie Knoop en Corry Thijssen. Met Johnny Lejeune van de Koninginnelaan en Gerrie Prudon, die als bijnaam de Nijmeegse Cliff Richard droeg, vormden we The Black & White Birds. Ik kocht al heel jong singletjes van The Shadows. Die band was mijn grote voorbeeld. Ik had een oude Spaanse gitaar. Bij Schreeven op Plein 44 kocht ik voor achttien gulden een element en wanneer je dat ding in de klankkast monteerde had je een elektrische gitaar. Het bromde en kraakte aan alle kanten, maar dat maakte niet uit, ik vond het geweldig. Dan probeerde je die nummers van The Shadows na te spelen. Er was niemand die noten kon lezen, dus dat was uitzoeken en eindeloos uitproberen, waarbij ik de basgitaar speelde. Voor drummer Johnny was het ook zijn eerste echte bandje. Hij had een bekken, een kleine en een grote trom. Hij was nog maar klein en stond vaak staand te drummen.’
Rap
The Black & White Birds waren een populaire band met een eigen fanclub. Ze traden op in elk wijkgebouw van de stad en overal hingen ze met de benen buiten. ‘Ik was de hele week nergens anders mee bezig,’ gaat Jan verder. ‘Repeteren en in het weekend optreden. Dan kreeg je veel aandacht van de meisjes, als je in een bandje speelde. Toen ik zestien werd, kocht Pa een brommer voor me. Die moest ik wel in termijnen aflossen. Een Rap; dat was een buikschuiver. Nederlands merk, maar nu alleen nog via Marktplaats aan te komen. Ik ben als eerste van de groep met de band gestopt. Eerlijk gezegd weet ik niet eens meer waarom. Vlak daarna hield de hele band het voor gezien. Sommigen moesten in dienst en Johnny wilde bijvoorbeeld muzikaal iets anders.’ Johnny zou een mooie carrière maken en internationaal doorbreken met The Livin’ Blues. Hij heeft hier uitgebreid over verteld in Wester nummer 5 van 2016. ‘Johnny heeft zich nooit gek laten maken en is er op tijd mee gestopt,’ vertelt Jan. ‘Jaloers ben ik nooit geweest, zo zit ik niet in elkaar. Ik kijk altijd vooral naar mezelf.’
Weurtseweg
In de muziek ging veel tijd zitten, maar Jan werkte ook aan zijn maatschappelijke carrière. ‘Ik ging na de lagere school naar het voortgezet lager onderwijs, maar daar had ik het al gauw gezien. Ik voelde niks voor doorleren en pa vond dat ik dan maar in de zaak moest gaan werken. Zo deed ik dus al vroeg praktijkervaring op in het kappersvak. Daarnaast volgde ik vijf jaar lang ’s avonds een opleiding. Tegenwoordig kan iedereen kapper worden. Toen had je een patroons- en middenstandsdiploma nodig. Ik kon die opleidingen mooi met de muziek combineren. Pa had inmiddels in 1960 de kapperszaak uitgebreid met een nieuwe kapsalon aan de Weurtseweg. Helemaal vooraan in de panden die in 1997 gesloopt zijn. Er zat daar een sigarenhandel, van Rijnsoever, later de Boer, Heijmans fietsen, later ook met witgoed, die naar Plein 44 verhuisden, een manufacturenwinkeltje van Logger en slijterij het Ruitertje. We woonden eerst boven Heijmans. Toen de slijterij stopte in 1968, kon ik boven de kapsalon wonen. Eén jaar eerder had ik de zaak van mijn vader overgenomen en was ik voor mezelf begonnen; ik was 21 jaar. Pa wilde toen ook gaan afbouwen. Hij knipte dames en heren; ik wilde alleen heren blijven doen. Ik heb wel eens vrouwen geknipt, hoor, maar dat is echt niks voor mij. Komen ze met een foto uit de Libelle als voorbeeld hoe ze het willen hebben. Begin daar dan maar eens aan. Mannen zijn veel gemakkelijker en doen niet zo moeilijk.’
Corazon 4 Music
‘Muzikaal gezien was ik inmiddels in 1965 totaal iets anders gaan doen. Ik kwam via via in contact met Los Andes. Ook weer een Nijmeegs bandje met een repertoire dat een beetje leek op Los Paraguayos, toentertijd erg populair en met muziek geworteld in de Spaanstalige cultuur van Midden- en Zuid-Amerika. Dat beviel me zozeer, dat ik er dertig jaar bij gebleven ben. Ik speelde akoestische gitaar, alles mezelf aangeleerd, gewoon een kwestie van veel doen. Ik leerde ook altijd veel van anderen, nog steeds, en dat is het leuke ervan. Zo heb ik me de Spaanstalige muziek eigengemaakt en ik zong er ook nog bij. Het was geen bandje voor bruiloften en partijen. We traden vaak op in een totaalprogramma met verschillende artiesten. Dan speelden we twee sets van vijftien minuten zoals ooit in de Vereeniging bij een lenteconcert van de Politiekapel. Repeteren konden we bij de leden van de band thuis, omdat het akoestisch was. Vanaf 1995 speelde ik een paar jaar in Los Trovadores en in allerlei bandjes met covers uit de sixties en seventies zoals Young at Heart en Sweet Memories. Nu speel ik in Corazon 4 Music. Muziek uit het hart, de naam zegt het al. Ik had hiervoor zelf een advertentie geplaatst in de muzikantenbank. We hebben een heel breed repertoire. Ook weer sixties- en seventiescovers, daarnaast Rock, R & B, Tex Mex, Zydeco, Zuidamerikaans, voor elk wat wils. We zijn met vieren, contrabas, percussie, gitaar en een multi-instrumentalist, die onder andere de banjo en accordeon beheerst. We treden heel regelmatig op; wanneer de vierdaagse op woensdagmiddag hier langs komt, staan we hier op de stoep te spelen.’
Lange Hezelstraat
De kapperszaak aan de Weurtseweg is Jan altijd goed bevallen, totdat in 1997 de gemeente liet weten dat het hele rijtje huizen tegen de vlakte moest om plaats te maken voor wat later de Nina Simonestraat zou worden. ‘Dat was een stressvolle tijd,’ vertelt Jan. ‘Ik was al 54 en wist totaal niet wat er boven mijn hoofd hing. Je weet niet hoe of wat, waar je komt te wonen, waar je met de zaak heen moet, hoe het financieel geregeld gaat worden. Een en al onduidelijkheid. Ik heb zelf de onderhandelingen niet gedaan, dat liet ik het MKB doen. Dat kostte een duit, maar ik heb er nooit spijt van gehad. Ineens kwam dit pand bij de Hezelpoort in beeld. Vroeger zat hier een bakkerij, en daarna studenten. De gemeente had hier in dit rijtje vier panden opgekocht, omdat die er lucht van had gekregen dat de Arnhemse onderwereld er achteraan zat om hier dames achter de ramen te zetten, toen het Spijkerkwartier dicht moest. De gemeente wilde het eerst niet kwijt, maar ze moesten ergens met me naar toe, dus mocht ik eerst huren en later heb ik het gekocht. Het is maar een relatief kleine ruimte hoor. Een ruimte waar geknipt wordt en hierachter nog een keukentje en toilet. Het was het jaar 2000 toen alles geregeld was, maar die drie jaren waren tropenjaren. Niks zo vervelend als te moeten leven in onzekerheid. Qua zaak zit ik hier nu beter dan aan de Weurtseweg.’
Juan el Zorro
Jan trouwde twee keer. ‘De eerste keer was ik veel te jong, maar dat was toen normaal. Je kreeg verkering, verloofde je en voor je het wist was je getrouwd. Het heeft maar twee jaar geduurd. De tweede keer was in 1990 met Marianne. Ik ben vader van twee kinderen, Maarten die fysiotherapeut is geworden en Marjolein, die hier in de zaak pedicures verzorgt. Ik knip hier dinsdag, vrijdag en zaterdag op afspraak. De ruimte wordt goed benut. Hoe lang ik doorga, weet ik nog niet. Ik ben nu 72, voel me kerngezond en kom zelden bij de dokter.’
Voorlopig kunt u nog terecht bij de Men’s Barber met een inrichting die herinneringen oproept aan de klassieke barbier van vroeger, maar ook aan het Nijmegen van vroeger. In de etalage staat een gitaar in Mondriaan kleuren met de tekst Juan el Zorro, Spaans voor Jan de Vos.
Leuk verhaal Jan, groet, je buurman Peter
Mooi verhaal Jan. Heb het met veel genoegen gelezen
Groet van rene Janssen