De Zwaluwstraat ligt in de Vogelbuurt en daar hebben we er in Nijmegen en in het bijzonder het Waterkwartier, de Wolfskuil en Hees meerdere van. Rob Essers somt deze op in zijn stratenlijst:
- ten noorden van de Marialaan en Tunnelweg: Graspieperhof, Havikstraat, IJsvogelpassage, Kauwstraat, Kievitstraat, Kwikstaarthof, Spechtstraat, Sperwerstraat, Zwaluwstraat
- op het terrein van de voormalige ijzergieterij: Boomvalkstraat, Scholeksterstraat, Torenuilstraat
- op het terrein van de voormalige papierfabriek: Aalscholverplaats, Meerkoetplaats, Reigerplaats, Uiverplaats, Waterhoenplaats
- tussen de Marialaan en Tweede Oude Heselaan: Meerkolstraat in Hees
- ook tussen de Marialaan en Tweede Oude Heselaan, maar dan in de Wolfskuil: Bosduifstraat, Buizerdstraat, Korhoenstraat, Patrijsstraat, Pluvierstraat
- ten zuiden van de Tweede Oude Heselaan en Tunnelweg: Fuutstraat, Kanariestraat, Kwartelstraat, Leeuwerikstraat, Lijsterstraat, Merelstraat, Mezenstraat, Nachtegaalplein, Putterstraat, Roerdompstraat, Spreeuwenstraat, Wulpstraat
De Zwaluwstraat is een relatief jonge straat en aangelegd in 1976 op de plaats waar vroeger de Nijmeegse Veiling stond aan de Marialaan 104. De straat slingert zich met een paar scherpe bochten van de Marialaan naar de Sperwerstraat en de planologen wisten zodoende meerdere pleintjes aan de straat te creëren. De Wester ging er kijken.
Patricia
In de eerste bocht van de Zwaluwstraat bevindt zich een pleintje met een door de gemeente keurig onderhouden speeltuintje. Drie bewoonsters hebben elkaar daar gevonden en zonder de deur bij elkaar plat te lopen, staan ze altijd voor elkaar klaar en zijn het vriendinnen geworden. We spraken met ze bij Patricia Teunissen op nummer 97. Patrica is 46 jaar en woonde bijna haar hele leven in het Willemskwartier. Daar was Colin als kind al haar buurjongen, maar wel vijf jaar ouder. Met het klimmen van de leeftijd werd het leeftijdsverschil te verwaarlozen en kregen ze verkering. ‘In 2000 zijn we in de Zwaluwstraat gaan wonen,’ begint Patricia, ‘we kochten het huis voor 130.000 gulden en kregen hier twee dochters, Kim en Rianne van 25 en 23 jaar. Ze zijn allebei de deur uit en hebben al voor vier kleinkinderen gezorgd.’ Aan de muur pronken dan ook vier foto’s van de nakroost en in de tuin is voor elk kleinkind een fruitboompje geplant.
Angelien
Angelien Reuters is 48 jaar. Geboren aan de Mirtestraat in de Wolfskuil en toen ze negen jaar was verhuisde het gezin naar de Sperwerstraat, omdat de inwonende oma geen trappen meer kon lopen. Angelien kreeg kennis aan Theo en in 1989 ging ze met hem samenwonen aan de Zwaluwstraat. Angelien: ‘We huren een bovenwoning met zo’n voor de Zwaluwstraat karakteristieke trap. We betalen nu € 597 aan huur.’ Angelien en Theo hebben twee kinderen: zoon Michael van 28 en dochter Natasja van 26 jaar. Ze wonen niet meer thuis.
Miranda
Miranda van Brakel is net 46 geworden. Ze woonde tot haar 17e aan de Weurtseweg; toen verhuisde het gezin naar de Muchterstraat in de binnenstad. Miranda: ‘Sinds 1995 huur ik met mijn vriend het huis op nummer 66. Vorig jaar zijn we gescheiden en nu woon ik er nog met mijn dochter Rochelle van 20 en zoon Pepijn van 16 jaar. Ik betaal nu € 691, maar ik heb dan ook een tuin.
Zwervers en junkies
Wanneer we praten over de veiligheid in de straat en directe omgeving komt meteen het braakliggende terrein achter de Jumbo ter sprake. Er slingeren betonblokken en je struikelt snel over de deels slordige bestrating. ‘Vanaf mijn balkon kijk ik er op uit en na sluitingstijd wordt er steevast gedeald,’ begint Angelien. ‘Het begon met het sluiten van Super de Boer, nu tien jaar geleden. Er moeten ouderen van de Sperwerstraat met rollators door als die gaan winkelen. Dat is niet te doen. Vuilniszakken stapelen er twee meter hoog. Het lijkt wel een achterbuurt.’ ‘De gemeente plaatste er ooit een bankje,’ gaat Patricia verder, ’goed bedoeld, maar ’s morgens om vijf uur zaten er al zwervers en junkies te drinken en te roken, later op de dag kwam de hangjeugd. Ik heb vaak naar de gemeente gemaild om er iets aan gedaan te krijgen. Het bankje werd daarop weggehaald, dat scheelde wel iets. Hiernaast wonen oudere mensen, die hebben er nog meer last van. Daar voel ik me ook een beetje verantwoordelijk voor.’ Miranda: ‘Een deel van het terrein is nu bebouwd, dat geeft minder troep, maar het is verre van ideaal. Vlak bij mijn huis ligt een grasveldje omgeven door struiken, daar slapen ook wel eens zwervers.’
Enkele dagen ná het interview plaatste Angelien op Facebook een aantal foto’s over het braakliggende terrein achter de Jumbo. Een dag later kwam de gemeente in actie en begon er met puinruimen. Er worden parkeerplekken aangelegd met een groene omheining.
Het is een deel van de charme van de Zwaluwstraat. Al die paadjes en kleine doorgangetjes, maar het verhoogt de veiligheid niet. Toch wandelt Patricia er graag met de kleinkinderen. Ze houdt wel van dat groen om zich heen. En ze zit regelmatig bij Villa Voorstad, een verrijking voor de buurt. Ook ’s avonds durven de dames rustig over straat te gaan. Loslopende honden en wat ze laten vallen op plekken waar kinderen vaak spelen is een grotere ergernis. Naast de veel te hoge snelheid waarmee auto’s soms door de straat scheuren.
Zoals in heel Nijmegen gaat het aantal inbraken in golfbewegingen. Vaak zijn de schuurtjes doelwit. Patricia: ‘Jammer dat veel mensen hun achtertuin slecht verlichten. Dat zou al een stuk schelen, denk ik.’ Angelien: ‘Ik heb een paar maanden geleden de politie nog gebeld, toen twee verdachte figuren bij de overbuurman naar binnen wilden.’
Typhoon
Patricia moest erg wennen aan Zwaluwstraat: ‘Ik was het Willemskwartier gewend. Daar waren de mensen veel opener. Hier is ieder toch meer op zichzelf.’ Angelien: ‘Vroeger werd je door iedereen gegroet op straat. Nu kan er nauwelijks een woordje van af. Enkele panden zijn van begeleid wonen. Ook komen er de laatste jaren steeds meer studenten wonen. Hun ouders hebben het huis gekocht of ze huren van een huisbaas.’ Patricia: ‘Ik heb niks tegen studenten, hoor. Dat brengt leven in de brouwerij. Een stukje terug bij nummer 71 doen ze bijna elk jaar aan Stukafest mee met optredens en zo. Staan er ineens zestig fietsen in de straat. Heeft drie jaar geleden daar Typhoon opgetreden? Nee, dat wist ik niet.’ Miranda: ‘Ik mis wel de kleine kinderen. Die verbinden toch de straat en de ouders met elkaar.’ ‘Daarom zijn ook de Z-teams, die het zwerfafval opruimden, opgedoekt,’ vertelt Angelien. ‘De kinderen werden te oud. Mijn vader, Wim Ernste, regelde ooit de speeltoestellen voor het speeltuintje op het plein. Het bordje ter herinnering daaraan werd helaas gejat, maar Patricia zorgde bij de gemeente voor een bankje, waar zijn naam in gegraveerd is. Geweldig toch?’
Patricia en Miranda organiseerden enkele jaren geleden de burendag in de Zwaluwstraat. Miranda: ‘Dat was ontzettend veel werk, maar we kijken er heel tevreden op terug. We hoopten dat daarna anderen het over zouden nemen, maar dat is nog niet gebeurd. Het is ook eigenlijk niet te doen om voor de hele straat iets te organiseren.’ Angelien: ‘Daarom gebeurt er op kleine schaal wel het een en ander. Sommige bewoners organiseren elk jaar een barbecue en toen voor in de straat iemand nieuw kwam wonen, was er voor de buurt een open huis.’
36 van de huurwoningen aan de Zwaluwstraat zijn eigendom van Solid Fund. Miranda: ‘Ik heb het idee dat woningbouwverenigingen als Portaal sneller met hun reparaties zijn. Angelien: ‘En wat zijn ze gehorig, ik hoor dingen bij de buren, die je liever niet hoort.’
Gezondheid
Angelien, Patricia en Miranda zoeken soms steun bij elkaar. Vooral als de gezondheid ze in de steek laat, en wat dat betreft gaan ze nu alle drie door een mindere periode. Patricia: ‘Ik heb vijf jaar geleden een maagverkleining laten uitvoeren. Dat ging tot voor tweeëneenhalf jaar allemaal goed. Toen kwamen er complicaties. Ik krijg nu vloeibare voeding met een sonde en heb 24 uur per dag een slangetje door mijn neus. Mijn lichaam voelt doodop en ik slik morfine tegen de pijn. Ik heb veel overgegeven en ben vaak flauwgevallen. Ze bekijken nu of door een operatie die verkleining ongedaan gemaakt kan worden. Het lijkt de enige oplossing. Toen ik ziek werd mocht ik eigenlijk niet meer 1 op 1 met de kleinkinderen zijn. Er zou zomaar iets kunnen gebeuren. Ik vond dat vreselijk. Gelukkig heb ik een fijne baas bij de KeukenConcurrent. Het liefst sta ik in de winkel, maar ik doe nu vooral administratief werk. Het is een bedrijf van één uit duizend! Ik heb er zelfs een tattoo van!’
Angelien en Miranda tobben met hun rug. Mrianda: ‘Ik ben pas geopereerd aan een hernia. Ik zit nu in een revalidatieproject. Normaal gesproken werk in de horeca in dienst van Stichting Driestroom.’ Angelien zit al vier jaar in de ziektewet met haar rug. ‘Opereren kan niet meer. Dan kom ik zeker in een rolstoel. Ik gebruik nog steeds morfine. Het is dat ik een hondje heb, anders zou ik de deur nauwelijks uitkomen.’
Verhuizen
Gedeelde smart is halve smart en wanneer ze bij elkaar zitten, wordt er altijd een hoop afgelachen. Angelien zal niet gauw verhuizen: ‘Zolang ik de trap op kan, blijf ik hier.’ Dat geldt ook voor Patricia. ‘Ik had in het begin soms wel heimwee naar het Willemskwartier. Ik ging ook vaak terug. Met mijn ouders heb ik er altijd veel vrijwilligerswerk gedaan.’ Miranda ziet zich nog wel eens verhuizen. ‘Als de kinderen de deur uit zijn, is het te groot voor mij alleen. Dan zou ik het liefst naar de binnenstad trekken.’
Ze hadden nog een paar wensen. Dat de auto’s niet meer over het gras rijden en er bij de Jumbo méér winkels bijkomen. Nu Jan Linders weg is, hebben die het monopoly en meteen de prijzen omhoog gegooid.
René
Aan het laatste pleintje, de huisnummers 140 en verder, is de Wester te gast bij René en Frans, buurvrouw Guda schuift aan en buurjongen Tom. René Kusters is 52 jaar, geboren in Eindhoven, en hoewel zijn achternaam misschien anders doet vermoeden, heeft hij geen familie in de stad wonen. ‘Ik ben in 1986 naar Nijmegen gekomen om pedagogiek te studeren,’ begint René, ‘maar al snel gestopt; ik had het te druk met mijn coming-out. Ik had de Pabo gedaan en kon les gaan geven aan de Tarcisiusschool aan de Pater Eijmardweg in Brakkenstein. Een school voor speciaal onderwijs. Die school werd in 2000 door brand verwoest en nu werk ik al acht jaar bij Kristallis met autistische jongeren in Park Neerbosch, vroeger het kinderdorp Neerbosch.’
Frans
Frans Oris is twee jaar ouder dan René. Zijn roots liggen in België waar hij in Arendonk, niet ver van Antwerpen, aanvankelijk het heteropad bewandelde en kennis kreeg met een Nijmeegse vrouw. Frans: ‘We trouwden en ik werkte in een eigen schoonmaak- en horecabedrijf. Ze kreeg echter heimwee en in 1995 zijn we naar Nijmegen verhuisd. Mijn bedrijven verkocht ik en hier werkte ik eerst drie jaar op het gemeentearchief. Na een opleiding ben ik de zorg in gegaan. Dat bevalt prima. Met mijn vrouw leefden we meer als broer en zus dan als echtpaar en in 2004 zijn we gescheiden. We hebben nog steeds goed contact met elkaar. Niet lang daarna kwam ik René tegen in café de Meermin en dat klikte meteen.’
‘Ik woonde al ruim twintig jaar aan de Wijnbesstraat en daar zijn we samen gaan wonen,’ gaat René verder. ‘Dat waren maisonnettes met kleine balkonnetjes en er was weinig contact met de buurt. In 2010 hebben we dit gekocht. In dat jaar zijn we ook getrouwd. We hebben er een beetje aan verbouwd, zoals een badkamer en een mooie achtertuin aangelegd. Het ging als een lopend vuurtje dat hier twee mannen kwamen wonen. Trudy, de overbuurvrouw, had een kaartje op het plein rond laten gaan om ons welkom te heten. Heel lief.’
Tom
‘Het is op het plein door iedereen altijd als heel normaal gevonden dat er twee mannen getrouwd samenwonen,’ merkt de 15-jarige Tom op. Tom woont met zijn ouders en één jaar oudere broer Gijs enkele deuren verder. ‘We zijn hier geboren en ik zou nergens anders willen wonen met mijn familie. Ik zit nu op het Karel de Grote College en ik ben nog lang niet bezig met op mezelf te gaan wonen.’
Guda
Guda Breidenbach is 64 jaar en komt uit Krommenie en is geboren in Wormer in de Zaanstreek. Toen Protempo, het bedrijf waar haar man werkt, van de Zaanstreek naar de Energieweg in Nijmegen werd verplaatst, verhuisde een aantal gezinnen mee. ‘We waren in 1978 de eerste bewoners aan het plein,’ begint Guda. ‘Ramon, de oudste zoon, was net één jaar oud. Marcel, de tweede zoon, is in 1979 geboren. De naaste buren kwamen ook van Protempo uit de Zaanstreek. Dat had de gemeente zo bedacht. Goeie buren aan gehad hoor, maar dat had van mij niet gehoeven. Het was wel wennen in Nijmegen. Wormer was een dorp. Daar sprak je elkaar aan met u, hier was het meteen je en jij. En dan dat taaltje. Ik weet nog dat Jan Linders hier met de melkwagen langskwam en vroeg of ik een tuutje wilde; ik dacht waar heeft die man het over? In Wormer en Krommenie liep je achterom bij de mensen naar binnen. Hier gaat alles op afspraak. Daar hoefde je fiets niet op slot. Hier wel en dan wordt-ie nog vaak gejat. Ooit hadden ze bij de oude Super mijn fiets gestolen. Vond ik hem terug bij de buren in de voortuin. Dan kijk je raar op. Bleek dat de dieven bij die buren hun veel betere fiets hadden weggehaald en die van mij daar achtergelaten.’
Guda ging op de Aquamarijn handvaardigheid geven, eerst vrijwillig en na een opleiding in Arnhem en Amsterdam kwam ze in dienst bij de Lindenberg. Lagere scholen konden haar daar inhuren om les te geven. Ze heeft alle basisscholen in Nijmegen van binnen gezien. Ooit waren dat er veertien tegelijk, nu doet ze het wat kalmer aan en werkt alleen nog op de Meiboom in Dukenburg en Zonnewende in Heseveld. ‘In het begin woonden aan het plein veel jonge gezinnen met kinderen. Dat was altijd gezellig. Zo maak je ook gemakkelijk contact met de buurt. Vaak gingen we op woensdagmiddag met zijn allen naar de Leemkuil. In het begin woonde iedereen gehuurd in de Zwaluwstraat. Met de rij huizen aan de Sperwerstraat erbij, werden er 217 gebouwd. We betalen nu 600 en nog wat. Niet alle huizen zijn hetzelfde hè; wij hebben bijvoorbeeld een zolder.’
Romeins grafveld
In 1994 werd de hele straat onder handen genomen, omdat er asbest in de leien daken verwerkt was. Guda: ‘Dat was een heel gedoe. Er liepen allemaal mannen in witte pakken rond om dat spul te verwijderen, maar wij liepen daar in onze gewone kleren tussen door. Het hele huis werd vacuüm gezogen. In de meeste schuurtjes zit nog steeds asbest.’
‘Wist je’, gaat René verder, ‘dat ze bij de bouw de funderingen van de veilinghallen hebben laten liggen? Daar kwamen we achter toen we hier een schutting gingen plaatsen. Guda: ‘Je mag hier sowieso maar één meter diep graven, we wonen bovenop een Romeins grafveld!’ ‘Bij ons thuis hebben we ooit in de kelder gegraven en vonden toen scherven van oude Romeinse vazen,’ weet Tom enthousiast te melden. Guda: ‘Met een aantal basisscholen heb ik ter gelegenheid van het 2000-jarig bestaan van Nijmegen een soort prentenboek gemaakt Heden en verleden van Nijmegen. Zag er erg mooi uit met tekeningen van de kinderen van oude en nieuwe gebouwen in de wijk.’
Criminaliteit
Frans: ‘De eerste dag dat we hier woonden zag ik een paar figuren kratten stellen uit een tuin. Het bleek om Polen te gaan. Snel de politie gebeld, die ze opgepakt heeft. Dat was een mooie binnenkomer,’ lacht hij. ‘In de jaren tachtig werd er vaker ingebroken, ooit zijn ze via een losgewrikt dakraam bij ons binnen geweest,’ vertelt Guda. ‘We waren op vakantie, alsof ze het wisten, en alle apparatuur was verdwenen.’
Hangjongeren kent het plein niet. Tom: ‘Ik ga de stad in, als ik wil chillen. Toen ik klein was, ging ik naar speeltuin het Boerenlandje aan de Marialaan. Er wordt wel gevoetbald en getennist op het plein en als Nederland voetbalt op een WK of EK versieren we het hier met oranje vlaggetjes.’
Her en der lopen achter de huizen smalle paadjes die de route van het ene naar het andere pleintje aan de Zwaluwstraat verkorten. René: ‘In de avond durven veel mensen daar niet door. De struiken worden door de gemeente slecht bijgehouden en dat geeft een onveilig gevoel.’
Steenmarter
De buurt doet veel samen. Er is een jaarlijkse barbecue, vertrekt er iemand dan volgt er een afscheidsborrel, met nieuwjaar gaan ze bij elkaar langs, soms op verjaardagsfeestjes. Mensen die ooit vertrokken, komen graag nog eens terug en over het algemeen is er weinig verloop. Het is een tikje gehorig en iedereen kan zijn auto voor de deur kwijt. Tegen betaald parkeren kwamen ze met succes in verzet. Eén minpuntje: de steenmarter heeft al bij diverse auto’s zijn sporen achtergelaten.
René en Frans zijn allebei actief bij café Dapper. Een ontmoetingsplek voor homo’s met een – lichte – verstandelijke beperking. Mede voor zijn inzet voor café Dapper kreeg René dit jaar de Roze Ster uitgereikt tijdens het Roze Meifeest.
Hun huwelijksreis in 2010 ging naar Thailand. Frans: ‘Het noorden van het land, dat is een stuk minder toeristisch, maar wél zo leuk. Sindsdien gaan we daar elk jaar terug.’ ‘We eten en slapen bij families, die we daar hebben leren kennen,’ gaat René verder. ‘En soms koken wij. Wortelstamppot bijvoorbeeld haha. De hele buurt at mee. De liefde voor Thailand gaat steeds verder. Ik tel de dagen af totdat we weer kunnen gaan. Hier in Nederland mis ik het echt. Alles gaat er erg relaxt. Het is boeddhistisch en helemaal geen punt als twee mannen hand in hand over straat gaan.’
Ik vertrek
Frans studeert inmiddels Thais en René wil er snel aan beginnen, want ze hebben grote plannen. René: ‘Over drie, vier jaar willen we ons daar vestigen. Met mijn papieren kan ik er wel werk vinden en Frans wil dan de reiswereld in. Als tolk bijvoorbeeld, hij spreekt vijf talen.’ Dan komen er weer nieuwe bewoners aan het plein wonen, die alvast één ding zeker weten: dat ze de volgende barbecue mogen organiseren, want dat is de afspraak op het plein.
Tekst: Michiel van de Loo
Foto’s: Dave van Brenk
Leuk verhaal! Omdat jullie er zo een tijd wonen hoop ik dat jullie René Janssen kennen, hij woonde in Dukenburg, het was de vogel of de bloemenbuurt, dat weet ik niet meer.
Hij is ( was ) getrouwd met Truus en zij hebben een zoon Mark.
Ik denk dat René tegen de 60 jaar loopt. Ik zoek hem al jaren.
Ik hoop dat jullie me kunnen helpen hem te vinden.
En ga beslist door met schrijven, vond het lekker lezen.
Groet, Jopie