Het is mijn tweede afspraak deze ochtend. Ik stap naar buiten om mijn fiets uit de fietsgarage te halen. Het is een natte, druilige, bijna sombere dag. Ik trap wat steviger door, omdat ik niet doorweekt wil aankomen. Ik ben eigenlijk wel nieuwsgierig naar de locatie, waarin al jaren een mens- en milieuvriendelijke onderneming zit: Kopshout. Wat houdt het precies in? Wie werken er? En wat verbindt hen met de Wolfskuil?
Ik parkeer mijn 15 jaar oude moederfiets voor het pand aan de Derde van Hezewijkstraat 23. Oude bewoners van de Wolfskuil zullen de plek waar Kopshout zit kennen als de plek waar ooit verzinkerij LaTour zat. Ze zullen zich vast herinneren dat het water vanuit de werkplaats via de dijk naar beneden de wijk in stroomde. Ik stap enigszins in verkleumde toestand binnen. In het kleine halletje zie ik een ouder echtpaar in gesprek met, naar ik vermoed, een van de eigenaren van Kopshout. Ik meld dat ik er ben en wordt vriendelijk naar het naastgelegen kantoor geleid. Het geeft mij even de tijd om op temperatuur te komen.
Duurzame meubelmakerij
Jelmer van der Sluis, een van de nieuwe vennoten van Kopshout, schuift aan. Hij vertelt op een vriendelijke, rustige manier hoe Kopshout zich in de loop van der jaren heeft ontwikkeld. In 1984 begonnen ooit de voormalige oprichters Bert Aalbers, Harrie Berkers en Chris van Aar met meubelmakerij Kopshout. Het werd een vennootschap onder firma (vof). Later kwam er een vierde vennoot bij, Paul Oostrik. ‘Het waren van oorsprong sociologen die geen behoefte hadden om in hun werkveld aan de slag te gaan. Zij wilden kwalitatief goede meubels gaan maken op een milieuvriendelijke werkwijze zonder een 80-urige werk. Met behulp van theorieboekjes en veel oefenen hebben zij hun vakkennis op gebied van houtbewerking en meubelmakerij opgedaan en alle benodigde diploma’s behaald,’ aldus Jelmer. Kopshout startte op basis van de principes geformuleerd door de Stichting Mens- en Milieuvriendelijk Ondernemen (MeMo).
Aan tafel schuift nu ook Marcel Tollenaar aan. De tweede nieuwe vennoot die ik vandaag mag ontmoeten. De derde vennoot Hein te Velde is vandaag niet aanwezig. In tegenstelling tot Jelmer en Marcel is Hein al sinds 2001 betrokken bij Kopshout en vanaf 2003 vennoot. Marcel nodigt mij en Geert hartelijk uit voor een rondleiding. Hij vertelt: ‘In de algemene werkruimte heeft iedere vennoot zijn eigen werkbank, waar hij zijn meubelstukken maakt. Alle meubels worden van massief Europees hout gemaakt voor zowel particulieren als instellingen, alleen op bestelling én op maat. Wij hebben altijd vijf soorten hout op voorraad liggen: beuken, eiken, esdoorn, essen en kersen. Eén keer per jaar kopen wij hout op de rondhoutveiling op de Veluwe. Hier zijn stammen te koop van verscheidene soorten van in Nederland of naburige landen gekapte bomen uit duurzaam beheerde bossen. Wij kiezen bewust voor deze houtsoorten, omdat wij zo milieuvriendelijk willen werken. In onze onderneming is er geen plaats voor plaatmateriaal zoals spaan of mdf. Ook gebruiken wij milieuvriendelijke afwerkingsmiddelen zoals zeep of lijnzaadolie.’
Kopshout is ruim behuisd zoals Marcel het zelf zegt. En het klopt. Er is een specifieke ruimte buiten voor nat hout. Vers hout ligt onder een afdak te drogen. Maar er zijn ook veel schappen met planken die binnen liggen te drogen. Ze hebben zelfs een droogkamer. Er zijn verschillende kleine kamers waarin meubels afgewerkt worden. Of ze liggen te drogen na een lakbeurt of ze moeten verlijmd worden. We krijgen de cursusruimte te zien waar zo’n acht werkbanken staan om aan te werken tijdens de lessen. Er is een grote zaagruimte met verschillende zaagmachines en niet te vergeten een afzuigingsinstallatie waar je u tegen zegt.
‘Elke bezoeker start in de toonkamer; de showroom van Kopshout. In overleg met een van de vennoten wordt er een schets en prijsindicatie afgegeven. Op het moment dat een klant besluit een meubel te laten maken door ons dan besluiten wij wie van ons dit meubel gaat maken. Het meubelstuk wordt dan van A tot Z ambachtelijk gemaakt door de vennoot die verantwoordelijk is voor deze klant,’ aldus Marcel Tollenaar.
Cursus meubelmaken
Na de rondleiding schuift Jelmer weer aan. Hoe zijn de huidige vennoten eigenlijk in Kopshout beland? Een cursus meubelmaken bracht hen in contact met Kopshout en later ook met elkaar. De voormalige vennoten en oprichters begonnen begin 2000 hun vakkennis door te geven. Regelmatig liepen er leerlingen stage en in 2003 zijn ze gestart met het geven van cursussen.
Jelmer vertelt: ‘De cursussen zijn erg gewild. We hebben momenteel 10 groepen aan het werk die op verschillende momenten aanschuiven om het vak te leren. De cursus heeft mij destijds erg enthousiast gemaakt voor het vak. Vaak bezoek ik tentoonstellingen die te maken hebben met meubels en houtbewerking. Laatst heb ik een tentoonstelling gezien met alleen maar antieke kasten, prachtig. Ook de kennis van de oude heren komt goed van pas. In 2016 ben ik vennoot geworden. Naast de liefde voor het vak sprak mij het aspect van duurzaamheid en het overbrengen van mijn kennis en inzetten van mijn didactische vaardigheden aan. Het is een prachtig vak en heb er veel plezier in’.
Zijn medevennoot Marcel voegt daaraan toe: ‘Ik ben enige tijd zelfstandig meubelmaker geweest. Het eigenhandig meubels maken is mijn passie en in combinatie met de filosofie van Kopshout zorgt dat ervoor dat ik blij ben over hoe het nu gaat. De werkvorm spreekt mij aan. Wij ondersteunen elkaar met raad en daad en we kunnen er een goed inkomen uit halen. De cursussen die we geven is een andere tak van sport, maar het geeft plezier en voldoening om de creatieve cursisten leuke meubels te zien maken. En uiteindelijk gaat het ons daarom: het maken van meubels!’
Kerstmarkt
De groei van Kopshout is beperkt, omdat ze zich houden aan hun doelstelling van een mens- en milieuvriendelijke onderneming. Ze blijven op kleine schaal houten meubels van goede kwaliteit maken. Ze gaan voor functionaliteit en constructieve degelijkheid op een milieuvriendelijke werkwijze. De vennoten werken vier dagen in de week op de werkplaats plus een dag thuis voor het maken van ontwerpen en het doen van de administratie.
De vennoten komen zelf niet uit de wijk, maar wonen verdeeld over de stad. In Bottendaal, in de Hazekamp, in Oosterhout. ‘Kopshout zit hier al ruim dertig jaar op deze locatie. We hebben leuke sociale contacten met buurtbewoners. Het is een fijne buurt om te werken. Ieder jaar houden we Open Huis tijdens de jaarlijkse kerstmarkt van de Vrienden van het Florapark. We laten aan buurtbewoners zien wat we hier allemaal maken. Dat levert veel positieve reacties op. En nieuwe cursisten die zich aanmelden of klanten die een meubelstuk door ons laten ontwerpen en maken. Dit willen we de komende jaren blijven voortzetten’, zegt Jelmer. ‘Ook willen we betrokken zijn bij toekomstige ontwikkelingen van dit specifieke stukje van de buurt. Wat is bijvoorbeeld de stand van zaken van de Mariaschool? Blijft Villa Nova?’
Enthousiast vertel ik dat ik vorig jaar ook in hun toonkamer heb rondgelopen en een folder heb meegenomen voor een cursus . Ik ben een amateur meubelmaker; ik werk met pallethout en knap zo en nu en dan wat kleine meubelstukken op. Een échte cursus wil ik al jaren gaan doen. Het staat op mijn bucket-list. Ondertussen ben ik gaan zoeken naar de betekenis van kopshout en wat het verschil is met langshout. Kopshout is het vlak dat ontstaat bij zaagwerk haaks op de stam van de boom. Vaak zijn groeiringen zichtbaar in het kopse hout. Ten opzichte van langshout heeft de kopse kant afwijkende eigenschappen. Het is namelijk harder en beter bestand tegen drukkrachten en het uitdrogen van hout en indringen van vocht vindt sneller plaats. Ook bij de houtbewerking hoort kopshout anders benaderd te worden. Het meest geschikte gereedschap is anders, zoals bij zaag- en schaafwerk.
Met de kennis die ik nu opgedaan heb, denk ik dat ik me toch maar ga aanmelden voor een cursus meubelmaken in 2021. Dat moet vast lukken.
Tekst: Biljana Marković
Foto’s: Geert Timmer