Oud-West heeft Talent! Els Ruhe

Els Ruhe * Creatief talent  * 82 jaar oud  * Oma  *Pottenbakster  * Doet aan vilten  * Schildert elke wekelijks met haar dochters  * Leest veel  * Houdt van musea bezoeken met vriendinnen  * Familiemens  * Nieuwe bewoonster van de Wolfskuil  * Komt eerder tijd te kort, dan tijd te over  * Betrokken wijkbewoonster

Tijdens een koffie op de stoep in de Wolfskuil heb ik Els ontmoet. December 2018 om precies te zijn. We zaten in het halletje van de Wolverlei, want buiten was het té koud. Er waren kannen koffie en thee en gelukkig ook koekjes. Els schoof aan. Ze had toen een mooie paarse vilten jas aan. Later bleek: deze heeft ze zelf gemaakt! Ze vertelde dat ze net in het gebouw was komen wonen en dat ze nog niemand kende. Nu, inmiddels een dik jaar verder, vindt het interview plaats. We zitten met lekkere koffie op de bank, bij Els. Ik ben benieuwd hoe het met haar is en of ze de wijk al goed kent of de medebewoners?

‘Nou, ik moet zeggen, ik ben begonnen met iedereen gedag te zeggen hier in het gebouw, of als ik in de lift stond met iemand een praatje maken. Daar wordt op gereageerd! Ik zie veel meer mensen die elkaar gedag zeggen. Ja! Wat kost het hè? Om even te zeggen, “fijne dag verder!”. Nou, dat lukt echt!’

Els vertelt over een drietal vrouwen die vanuit de gemeente een initiatief probeerde van de grond te krijgen met als voornaamste doel: eenzaamheid bestrijden in de wijk. Ze vond het een mooi doel en wilde dit graag ondersteunen, maar er kwam niemand naar de bijeenkomsten.

‘Toen vroeg ik mij af? Zijn mensen wel eenzaam? Willen mensen wel bemoeienis? Het is voor sommige mensen misschien een moeilijk onderwerp, maar je kunt het wel zeggen! Zeker tegen buurtgenoten. Van: “zeg kom eens een keer een kopje koffie drinken? Ik voel me zo alleen, ach, ik heb dagen niemand gesproken! Of zullen we even samen een boodschap doen?”, dat kan ook. Het is eigenlijk zo simpel. Als je er over praat, dan is de eenzaamheid eigenlijk alweer over.’

Daar ben ik het helemaal mee eens! Laten we nu doorgaan naar het Talent-stuk van het interview. Het talent van u.
Wilt u vertellen met wat u zoal bezig bent?

‘Woensdagochtend schilder ik met mijn beide dochters. Die komen hier, we lunchen dan samen. We beginnen om half elf en om twee uur gaat ieder zijn gang. Ja, ik ben niet eenzaam. Maar ik ben ook niet het type, denk ik, om eenzaam te zijn. Want ik haal ze d’r wel bij. Mijn kinderen zo dicht in de buurt en ok de kleinkinderen komen vaak. Die studeren. Althans, de meesten. Dan komen ze weer even bij oma zitten. Gezellig, want hier is het dan rustiger dan op die studentenkamer. Daarom ben ik nooit eenzaam. En ik moet er ook bij zeggen: ik ben ook graag alleen. Soms, als wij woensdagmorgen kleppen en zo, dan heb ik bijna keelpijn van het praten. Dan kan ik ’s middags gewoon weer mijn gang gaan. Ja, het is echt zo! En ik houd van lezen. Ik lees heel veel. Tv ben ik niet zo dol op. Ik kijk wat praatprogramma’s, maar voor de rest eigenlijk niet. Ook nooit een film, ofzo. Ik wil er wel iets van opsteken.’

Uw dochters houden dus ook wel van creatieve bezigheden. Zit het in de familie?

 ‘Ik heb het van mijn moeder. Mijn moeder maakte van niets iets. Ja, bijvoorbeeld op woensdagmiddag, dan waren er zoveel kinderen uit de buurt die bij ons thuis kwamen. Mijn moeder had dan voor alle kinderen wat te doen. “Jij kan dit en jij kan dat!”. Het was gewoon een heel klasje dat iedere woensdagmiddag bij ons thuis kwam. Ze had bijvoorbeeld een heleboel behangboeken. En dan maakte ze van alles van papier. Het is echt ongelofelijk. Schemerlampen gemaakt van bierdopjes, dat soort dingen. Zo leuk!’

Doet u naast schilderen nog meer creatieve dingen?

‘Nou, ik maak wel beelden, maar ik kan hier geen oven gebruiken. Ik heb nog wel een oven, maar die kan ik niet gebruiken. Die oven heeft namelijk een té hoog voltage voor in dit gebouw. Ze willen niet dat mensen hier gaan klussen. Ik ga de oven dus maar verkopen, want ik woon hier verder heel erg fijn.’

‘Verder is er nog een werkplaats hier, over het spoor, aan de Sint Hubertusstraat. De hobbywerkplaats. Daar heb ik veel spullen aan gegeven toen ik hierheen verhuisde. Ik kreeg toen een abonnement voor het hele jaar en ik moet zeggen: ik ben er maar één keer geweest. Want ik had het zo druk! En nu is dat kaartje intussen verlopen in 2020, en nu denk ik oh, ik zou er best nog wel naartoe willen. Ik heb daar namelijk een paar jaar gewerkt en het was best gezellig. Ja, daar komen wel veel mensen bij elkaar. Het is heel leuk met een hele grote werkplaats, met fietsreparatie, glas in lood en wol vilten. Dat laatste heb ik daar voor het eerst gedaan. En dat is nu mijn grote hobby! En ook zilversmeden. Ja, echt van alles! Daar vind je mensen die bereid zijn iets met andere mensen te doen. Dat is een hele leuke groep!’

Heeft u altijd al interesse in kunst gehad en altijd al creatieve dingen ondernomen?

‘Ik heb mijn eindexamen in creatieve handvaardigheid gedaan in 1978. En ik heb daarvoor veertig jaar als verpleegster gewerkt. En toen ben ik voor het eerst met klei in aanraking gekomen. Ik ben pottenbakkerscursussen gaan doen. Daarna ben ik een winkeltje begonnen in Nijmegen. In de Grotestraat had ik een winkel: Potterie Steengoed. En deze zat ook nog enkele jaren bij het Stevenskerkhof.’

Dat is een behoorlijke carrièreswitch!
‘Ja, dat is het ook! Maar ja, veertig jaar in de verpleging, dan heb je het wel gezien hoor. Want toen in die tijd kreeg je steeds minder tijd voor de mensen, hé. Ja, en werken met klei: het nam me helemaal in beslag. Toen heb ik die winkel helemaal vol gewerkt met van alles en nog wat. Ik moest heel hard werken. Maar het winkeltje liep heel leuk! Mijn man deed ook mee toen hij met pensioen ging. Hij glazuurde, deed ook de administratie en van alles en nog wat. Maar toen hij ziek werd, ben ik meteen gestopt met de winkel. Ik had die winkel toen zestien jaar.’

‘In de hoogtijdagen van de winkel had ik soms tijd te kort om de opdrachten bij te benen. Ik had ook nog een andere pottenbakker in dienst in het atelier. Ik maakte overal een gezicht op. Mokken met een gezicht. Dan moest je zoveel mogelijk verschillende gezichten maken. Ik heb een keer op één dag 106 mokken gemaakt. Dat was echt van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Want die waren besteld. Er moest ook nog overal een naam in. Ja, ik heb echt heel hard gewerkt! En nu geniet ik ervan dat het niet meer hoeft.’

 Pottenbakken was echt uw talent. Herkent u ook dat u dan helemaal in de ‘flow’ bent? Ontspannen, maar gefocust? Het gaat allemaal vanzelf en de tijd vliegt voorbij?

´Ja, precies Ik ben wel intensief bezig geweest! Maar, ik ben toen op een gegeven moment ziek geworden en kreeg een buikoperatie. Bij het potten draaien zet je de kracht eigenlijk met je buik. Dat mocht toen niet meer. Ik ben me toen gaan toeleggen op beelden maken. Dat doe ik nog wel eens, als het voor iemand is en ik het ergens anders kan bakken. Bijvoorbeeld bij een vriendin in Grave. Maar dan moet je het nat meenemen. Dat is wel een probleem. Je hoeft maar over een hobbeltje te rijden en dan ligt het al plat.’

U houdt dus wel van uitdaging in creatief werken?

´Ja, het is wat ik zeg, ik kom tijd tekort! Ik ga altijd laat naar bed. Eén, twee uur en dan denk ik: “Oh, ik moet morgen weer vroeg wakker zijn, want dan kan ik dit en dan kan ik dat.”. Ik heb het echt druk!’

En u noemde net nog een talent of hobby van u. Vilten. Hoe gaat dat in zijn werk?

´Ja, je begint dus met schapenwol. Die heb ik allemaal eerst geverfd met natuurlijke middelen, zoals rode kool en zo. Dan kook je de wol met bladeren van rode kool of uienschillen. Met uienschillen krijg je een hele mooie gele kleur. Ik heb een schapenvacht gekocht op Texel. Echt van de schapen die daar buiten lopen. Dan krijg je hele natuurlijke wol, ja. En als mijn wol op is (dat duurt altijd wel even), dan ga ik daar weer heen om een vachtje te kopen. Nou, wat heb ik de vorige keer betaald? Vijftien euro en dan heb je een hele schapenvacht! Die is dan nog wel vies. Nog helemaal wassen en drogen. Ja, al die werkjes vind ik wel leuk! Daarna moet je alles kaarden, daar heb ik een kaardenmolen voor.´

Ik ken dat niet!

´Nou, dan komt het wol er zeg maar wat rechter uit, alle haren staan dan dezelfde kant op. Daar kun je mee gaan vilten. Je kunt iedere keer een klein plukje nemen en dat leg je naast elkaar dakpansgewijs. Daarna ga je er met een sopje over. Ik deed het altijd met olijfzeep en dan kun je rollen, rollen, rollen en dan haken alle haren in elkaar. En dan heb je vilt! Ik heb hier ook noppenfolie. Door die bultjes van de noppenfolie krijg je dus dat die draden verschillende lagen hebben. En dan ga je vijftig keer zo, en vijftig keer zo. Met je handen. Eerst een rol maken. Een handdoek eromheen, want het druipt anders. Als je het maar vaak genoeg doet, krijg je een mooi vilt en daar kun je weer van alles mee. Het is heel warm.’

Els heeft nog veel meer te vertellen. We kletsen heel wat af. Als laatste wil ik van haar weten: Heeft u een gouden tip voor mensen uit de wijk?

´Bezig blijven, oren en ogen open, en bezig blijven. Zorgen dat je tijd te kort komt!´

Het idee achter de rubriek:

In de rubriek Oud-West heeft Talent! wordt een talent uit Nijmegen Oud-West uitgelicht. Waterkwartier en Wolfskuil samen hebben 14.920 inwoners, dus er zijn 14.920 talenten. Met een talent kun je anderen inspireren en het kan jezelf een grote energy-boost geven. Het is niet altijd makkelijk om een talent van jezelf of van een ander te zien. Eén ding is zeker: iedereen heeft er een, dus iedereen doet mee. Het project beoogt de drempel te verlagen om mensen samen te laten komen op basis van hun talenten.

Tekst: Nynke Schrikkema
Foto: Dave van den Brenk

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.